Rechtbank doet uitspraak in zaak van vrouwen tegen kloosters
De rechtbank in Haarlem doet woensdag uitspraak in een zaak die vrouwen aanspanden tegen de organisatie achter de kloosters van de Zusters van de Goede Herder, waar ze naar eigen zeggen onder barre omstandigheden dwangarbeid moesten verrichten.
Negentien van die vrouwen eisen, onder aanvoering van Bureau Clara Wichmann, erkenning van de misstanden en schadevergoeding voor de materiële en immateriële schade van de verantwoordelijke kerkgenootschappen.
Deze vrouwen, die als meisje maatschappelijk in lastig vaarwater belandden, werden soms al op elfjarige leeftijd tewerkgesteld in de kloosters. Er werd onder meer genaaid en gewassen, voor bijvoorbeeld warenhuizen en ziekenhuizen, maar zelf kregen de meisjes niets van de opbrengst. Het werd als vrome boetedoening gezien. Een van de vrouwen sprak op de zitting van een „soort gevangenis” en vertelde dat het werk zo zwaar was dat ze vaak flauwviel.
Destijds dachten de zusters juist dat het werk de meisjes „discipline en perspectief” kon bijbrengen, volgens de raadslieden van de tegenpartij. „De zusters hadden het idee dat ze de meisjes klaarstoomden voor hun leven na de instelling”, aldus de advocaten. In veel gevallen voorkwamen de Zusters van de Goede Herder dat meisjes op straat belandden.
Grote vragen zijn wie precies verantwoordelijk waren voor de toestanden en of die niet verjaard zijn. Inspectie door de overheid was lastig door het gesloten religieuze front.