Dorpsraad teleurgesteld in Tata, provincie wil resultaten zien
De dorpsraad van Wijk aan Zee is „uitermate teleurgesteld en boos” over het uitblijven van meetbare verbeteringen in de vervuiling rond Tata Steel. In het stof dat neerdaalt op het dorp in de IJmond worden volgens nieuw RIVM-onderzoek nog altijd hoge concentraties schadelijke stoffen aangetroffen. Volgens de dorpsraad moet de overheid „de leiding gaan nemen” en „onafhankelijk meten, controleren en stevig handhaven”.
Ook de provincie Noord-Holland wil „resultaten zien” van het staalbedrijf. Het onderzoek „bevestigt de noodzaak” om maatregelen te nemen op het terrein van Tata die de leefomgeving ten goede komen, laat het provinciebestuur weten. Als maatregelen versneld doorgevoerd kunnen worden, heeft dat de voorkeur.
Een vraag waar het onderzoek geen definitief antwoord op geeft, is hoe het kan dat Tata Steel zelf zegt dat het de uitstoot van schadelijke Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s) heeft gehalveerd door allerlei maatregelen, terwijl in het stof dat op de grond wordt verzameld de concentraties niet lijken te dalen. De dorpsraad noemt de beloften van Tata „ongeloofwaardig” en is sceptisch over de gegevens die het bedrijf hierover verstrekt.
Directeur Marco Workel, bij Tata verantwoordelijk voor milieu en gezondheid, erkent dat de metingen die het bedrijf verricht „niet 100 procent nauwkeurig zijn”. Zeker bij zogeheten ‘diffuse bronnen’, waar niet de volledige uitstoot aan een schoorsteen kan worden gemeten, valt geen absolute zekerheid te geven. „Daar zijn wel goede benaderingen voor en die gebruiken we ook. Onze metingen worden door een extern bureau ook van een audit voorzien”, legt hij uit. Deze uitstoot komt bijvoorbeeld uit oude cokesgasfabrieken.
Volgens de provincie is het „goed mogelijk” dat maatregelen die het bedrijf al heeft genomen leiden tot minder uitstoot, maar dat dit nog niet terug te zien is in de metingen. „Om trends en ontwikkelingen in de neerslag van stoffen te kunnen vaststellen moeten de depositiemetingen over langere tijd meerdere malen worden herhaald”, herhaalt de provincie een boodschap van de onderzoekers. Die geven aan dat ze niet precies kunnen bepalen welk deel van de PAK’s en metaaldeeltjes van Tata komen en welk deel van andere bronnen. Ze blijven bij hun eerdere conclusie dat een „aanmerkelijk deel” van de staalfabriek komt.
Greepeace concludeert dat de gezondheid van omwonenden „nog steeds te grabbel wordt gegooid”. De milieuorganisatie noemt het „schrikken dat de concentratie van kankerverwekkende stoffen nog steeds zo hoog is”. Dat Tata zelf vindt dat het op de goede weg is, laat volgens Greenpeace zien dat het bedrijf „de omwonenden en hun gezondheid niet serieus neemt”.
Tata Steel ontkent overigens niet dat het een grote vervuiler is. Het bedrijf wil zichzelf transformeren tot producent van schoon gemaakt ‘groen staal’. Of dat plan levensvatbaar is, zal de komende jaren moeten blijken.