Eurolanden met een gat in de begroting van meer dan 3 procent tekort kunnen een Europese boete krijgen. Dinsdag werden de ministers het erover eens dat landen die geconfronteerd worden met een economische krimp, hun tekort mogen laten oplopen. In de huidige regels moet de krimp minimaal 0,75 procent van het bruto binnenlands product (bbp) zijn, maar straks is alles onder de nul goed voor zo’n uitzonderingsbehandeling.

Ook zijn de EU–landen het vrijwel eens dat landen meer tijd moeten krijgen om hun tekort terug te dringen, wanneer het gat in hun begroting te groot is geworden. Bovendien krijgen landen waar de economie slechter draait dan voorspeld, een soepeler behandeling.

De ministers werden het ook bijna eens over een strengere behandeling van landen met hoge schulden uit het verleden, zoals Italië. Die moeten streven naar een overschot op de begroting. De EU kan dat beleid echter niet met boetes afdwingen.

Voorafgaand aan het overleg maandag en dinsdag in Brussel had de Duitse kanslier Schröder het debat op scherp gezet. Hij eiste in een ingezonden artikel in de Financial Times een flinke afzwakking van de begrotingsregels. Alleen bij hoge uitzondering zouden landen een procedure aan hun broek moeten krijgen, schreef hij.

Veel steun kreeg hij volgens minister Zalm van Financiën niet. „Ik heb niet veel enthousiasme gehoord voor de voorstellen van Schröder", zei de minister, die eraan toevoegde dat hij het „geen geweldige bijdrage" vindt van Schröder om op maandagmorgen een krantenartikel te plaatsen.

Zalm, in het verleden fel tegenstander van afzwakking van de regels, is tevreden over de discussie tot nu toe. „Er is meer aandacht voor de schuld en dat zie ik als een verscherping van het pact. Daar staat iets meer flexibiliteit tegenover voor de aanpassingsperiode. Al met al blijft het redelijk in balans." Zijn Oostenrijkse collega Grasser, ook een verdediger van het pact, was eveneens tevreden.

De Duitse minister Eichel wilde dinsdag „niet op details ingaan". Hij verwacht een akkoord in maart tussen de ministers van Financiën. Overigens zijn het de Europese leiders, onder wie Schröder, die het laatste woord hebben. Eichel riep op tot een „verbale ontwapening". „Het herkenbare doel van economische groei moet voorop moet staan. Het gaat om het verstandig gebruik van de regels met inachtneming van de doelstellingen."