Overdracht Kamp Zeist nog niet rond
De opvang van bolletjesslikkers in voormalig Kamp Zeist vertraagt de afronding van de overdracht van het terrein door de Schotse overheid. Pas volgend jaar worden de gebouwen in de oorspronkelijke staat teruggebracht. De Nederlandse en de Britse regering hebben besloten de kosten daarvan te delen. Er is nog geen enkele aanwijzing hoe hoog die zullen zijn.
Dat hebben woordvoerders van de Nederlandse en de Britse regering tegenover deze krant bevestigd. Dinsdag geeft de Britse ambassadeur een receptie om Nederland officieel te bedanken voor het gebruik van Kamp Zeist, een onderdeel van de voormalige Amerikaanse luchtbasis Soesterberg.
Kamp Zeist werd van april 1999 tot maart dit jaar gebruikt door de Scottish Court Service voor de berechting van de verdachten van de aanslag op het PanAm-toestel in 1988 boven het Schotse dorpje Lockerbie, die aan 270 mensen het leven kostte. Berechting op neutraal grondgebied was voor de Libische leider Gaddafi voorwaarde voor uitlevering van de verdachten. Het kamp werd daarvoor tijdelijk diplomatiek Brits gebied waar het Schotse recht gold.
In het contract stond dat de Britse overheid de gebouwen bij de overdracht in oorspronkelijke staat zou herstellen en ook de kosten daarvan betalen. De Schotse rechtbank heeft echter ongeveer voor 20 miljoen pond (ruim 32 miljoen euro) aan het gebouw verspijkerd om het als moderne rechtszaal te laten functioneren.
Nog voordat de Schotten echter de kans kregen het gebouw te renoveren, kondigde minister Korthals van Justitie vorige maand aan dat hij het wilde gebruiken voor de opvang van drugskoeriers die op Schiphol tegen de lamp waren gelopen. Minister Korthals heeft de afgelopen tijd politiek zwaar onder vuur gelegen omdat te veel bolletjesslikkers ongemoeid werden gelaten. Omdat Korthals de gebouwen op korte termijn nodig had, besloot de regering het contract open te breken.
Van Britse zijde was er al eerder op aangedrongen nieuwe afspraken te maken. Begin januari verschenen er berichten in de Schotse pers dat de Britse regering alle verbeteringen aan het gebouw wilde vernielen als de Nederlandse staat niet bereid zou zijn alle opknapwerkzaamheden te compenseren.
Minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken heeft ook enkele keren gezegd dat het gebouw zou kunnen worden gebruikt voor het Internationaal Strafhof, dat per 1 juli in Nederland wordt gevestigd. Hoewel het er nu naar uitziet dat het strafhof in Den Haag wordt ondergebracht, wekten Van Aartsens opmerkingen hoop op compensatie bij de Britse regering.