Rechtszaak HIV–besmetting moet over
De rechtszaak tegen een man die is veroordeeld voor het hebben van onbeschermde seks terwijl hij wist dat hij met HIV besmet was, moet worden overgedaan. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag bepaald. Volgens het hoogste rechtscollege heeft het gerechtshof in Arnhem onvoldoende gemotiveerd dat de verdachte het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht.
Het hof in Arnhem veroordeelde een inwoner uit die stad in juni 2003 tot een celstraf van twee jaar en drie maanden wegens poging tot zware mishandeling. De man had in het najaar van 1999 bij hem thuis onbeschermde seks met een minderjarige jongen, al wist hij dat hij drager was van het virus dat aids veroorzaakt.
Het is niet voor het eerst dat de Hoge Raad de zaak terugverwijst. Het gerechtshof in Leeuwarden veroordeelde de man in 2001 nog tot vijf jaar celstraf wegens poging tot doodslag. Hij ging hiertegen met succes in cassatie bij de Hoge Raad, die de zaak terugverwees naar het hof in Arnhem. Nu is het de beurt aan het hof in Den Bosch.
Het hof in Arnhem baseerde zijn oordeel mede op verklaringen van aidsdeskundige professor S. Danner, die tijdens de rechtszaak zei dat besmetting met HIV tegenwoordig niet per definitie hoeft te leiden tot de dood. Gelet op de huidige stand van de medische wetenschap, waarin mensen kunnen worden behandeld door middel van therapie en medicijnen, is de kans op overlijden kleiner.
De Hoge Raad is van oordeel dat hoewel het gevaarlijk is voor een HIV–besmet persoon onbeschermde seksuele contacten aan te gaan, daar niet automatisch kans op besmetting uit volgt. Volgens de Hoge Raad heeft het hof ontoereikend gemotiveerd dat er een aanmerkelijke kans bestond op HIV–besmetting van het slachtoffer, alsmede dat er sprake was van voorwaardelijke opzet. Het hof in Den Bosch moet zich daarom opnieuw over de zaak buigen.