Kok breekt lans voor sociaal overlegmodel
Het Nederlandse sociaal overlegmodel heeft niets aan kracht ingeboet. De dialoog tussen werknemers, werkgevers en kabinet is essentieel voor een sterke economische groei. Dat zei oud–premier Wim Kok dinsdag op het jubileumsymposium van de 100–jarige vakcentrale FNV.
„Het traditionele Nederlandse overlegmodel biedt ons de mogelijkheid om problemen gezamenlijk sneller in kaart te brengen", aldus Kok, die van 1976 tot en met 1985 voorzitter van de FNV was.
Kok, die zei vergroeid te zijn met het sociaal–economische overlegmodel, beschuldigde het kabinet ervan dat het vorig jaar te veel voorbij is gegaan aan de vakbeweging in het zoeken naar een oplossing voor sociale conflicten. „Dat zou het broze economische herstel lelijk in de wielen hebben gereden", aldus Kok.
In november sloten het kabinet en de vakbonden vrede met een sociaal akkoord over het eerder stoppen met werken en een nieuw WAO–stelsel. Toch blijven de verhoudingen ernstig verstoord, zei voorzitter L. de Waal van de jarige FNV. „Er is een vertrouwensbreuk met het kabinet. De werkgeversorganisaties hebben ons irrelevant genoemd. Het is moeilijk daaroverheen te stappen."
Na het akkoord eind vorig jaar zei De Waal dat de vakcentrale het overlegmodel wil inruilen voor een onderhandelingsmodel. Op die manier moet het voor werknemers duidelijker worden waar de FNV voor staat en kan de vakcentrale zijn doelstellingen beter bereiken.
Volgens voorzitter H. Wijffels van de Sociaal–Economische Raad (SER), van oudsher hèt sociale overlegplatform, blijft de dialoog ook in een onderhandelingsmodel noodzakelijk. „Overleg is nodig. Op basis daarvan kunnen namelijk onderhandelingen starten. Het is van belang de fase van overleg niet over te slaan."
Volgens Kok en Wijffels is het sociaal overleg een belangrijk middel om de kennissamenleving te bereiken waarmee Nederland zijn economisch sterke positie in de wereld moet zien te handhaven.
Om een echte kenniseconomie te bouwen wil Wijffels af van de klassieke hiërarchische verhoudingen in bedrijven waarin de baas alles voor het zeggen heeft. Meer zeggenschap motiveert werknemers mee te denken aan vernieuwingen binnen bedrijven waardoor de onderneming de concurrentie beter aankan. „Dit is het allerbelangrijkste wat moet gebeuren," aldus de SER–voorzitter.
De Waal van de FNV onderschreef deze noodzaak. „Het gebrek aan zeggenschap raakt werknemers vaak meer dan hun lonen".
Verder vond Wijffels dat de sociale voorzieningen als de Werkloosheidswet niet langer alleen nazorg moeten bieden maar werknemers door middel van scholing moeten stimuleren onafhankelijk te worden van hun uitkering.