Rutte: kabinet bespreekt impact stembusverlies op coalitiepartijen
Premier Mark Rutte en zijn drie vicepremiers bespreken dinsdag wat de verkiezingsnederlaag voor de regeringscoalitie in de vier coalitiepartijen aanricht. Het gaat niet om crisisoverleg en de coalitie is niet in gevaar, bezweert hij.
Het viertal moet dinsdag op het ministerie van Algemene Zaken onder meer de grote overwinning van de BoerBurgerBeweging (BBB) duiden en analyseren. De coalitiepartijen verloren flink en BBB werd de grootste in alle provincies. Maar Rutte wil ook bespreken wat er aan „bredere onvrede in de samenleving” achter schuilgaat.
„Een is dus de uitslag zelf en ook: wat doet dat met partijen, etcetera”, zei Rutte na de eerste dag van de EU-top in Brussel. „En twee: wat kunnen we in die uitslag lezen over het bredere vraagstuk van onvrede. Wat denk ik meer is dan stad-platteland, ook stikstof, maar ook veel andere onderwerpen.”
Rutte gaf eerder aan dat de grote winst van BBB een krachtig signaal is van de kiezer, en dat hij wil kijken hoe hiermee om te gaan als kabinet. Het is niet zo dat een coalitiepartij heeft gevraagd om het coalitieakkoord open te breken, meldt een woordvoerder van de Rijksvoorlichtingsdienst. Er zullen waarschijnlijk meer kabinetsoverleggen over dit onderwerp volgen, verwacht hij. De minister-president vindt het volgens hem verstandig om eerst binnen de top van het kabinet te bespreken welke trends er ten grondslag liggen aan de steun voor de partij van Caroline van der Plas.
De premier en VVD-leider kan zich met de vicepremiers Sigrid Kaag (D66), Wopke Hoekstra (CDA) en Carola Schouten (ChristenUnie) ook meteen voorbereiden op het debat in de Tweede Kamer dat de week erna plaatsvindt, op 4 april. Dat debat, dat door GroenLinks werd aangevraagd, werd tot woede van de hele oppositie eerst geblokkeerd door de coalitiefracties. Maar zij bedachten zich enkele uren later.
Afgelopen vrijdag, twee dagen na de verkiezingen, had de ministerraad ook al stilgestaan bij het verlies. Dat is ook landelijk van betekenis, omdat de nieuwe leden van de Provinciale Staten eind mei de nieuwe Eerste Kamer kiezen. Daar wordt BBB de grootste met waarschijnlijk zeventien zetels. De vier coalitiepartijen zakken van 32 naar 22 zetels, volgens de prognose. Dat betekent dat het kabinet meer senatoren van oppositiepartijen achter zich moet zien te krijgen om beleid erdoorheen te krijgen. Dat zal waarschijnlijk leiden tot meer concessies.
Behalve de verkiezingsnederlaag lopen de meningen van de coalitiepartijen op enkele grote onderwerpen openlijk verder uiteen, zoals over het stikstofbeleid. Vooral 2030 als doel om de stikstofuitstoot te halveren, heeft gezorgd voor veel onvrede binnen het CDA. CDA-afdelingen in de provincies geven aan dat deze datum voor hun niet vaststaat, iets wat BBB ook niet wil. Ook op het asiel- en migratiebeleid staan de neuzen niet dezelfde kant op. VVD en CDA dringen aan op minder instroom terwijl D66 en ChristenUnie betere opvang bepleiten.