Wachttijd ggz daalt niet, nog steeds wachten tienduizenden te lang
De wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg dalen niet, ondanks inzet van regionale partijen. Uit de recentste cijfers blijkt dat bijna 84.000 mensen wachten op een aanmeldgesprek of behandeling, ruim de helft daarvan wacht langer dan de afgesproken norm van maximaal veertien weken. Dit melden de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Volgens de IGJ en de NZa zijn er meerdere oorzaken aan te wijzen. De vraag naar ggz is gegroeid, er zijn problemen op de arbeidsmarkt en er is „onduidelijkheid over verantwoordelijkheden in de regio. En er ontbreken voldoende landelijke randvoorwaarden om betere samenwerking mogelijk te maken.”
Als voorbeeld wordt genoemd dat iedereen meer en op nieuwe manieren wil samenwerken met grote en kleine ggz-aanbieders, huisartsen en het gemeentelijk sociaal domein. Dit voor bijvoorbeeld de instroom, doorstroom en uitstroom van cliënten. Maar het ontbreekt vaak aan tijd, geld en menskracht om die samenwerking te organiseren. Ook is de verantwoordelijkheid en de regie bij het maken van plannen „vaak niet goed belegd”.
De problemen op de arbeidsmarkt zorgt daarnaast voor „grotere druk” op instellingen en behandelaren in alle regio’s. „Grote ggz-aanbieders zien dat behandelaars overstappen naar kleine ggz-aanbieders. Daarnaast ervaren zij problemen met het overeind houden van (crisis)diensten vanwege een tekort aan psychiaters.”
De IGJ en de NZa doen een aantal aanbevelingen aan de betrokken partijen. Zo wordt gezegd dat gewerkt moet worden aan „bewustwording rond de (on)mogelijkheden van de ggz bij mentale problemen. De vraag naar de ggz in Nederland is groter dan de sector kan bieden. Behandeling in de ggz biedt niet altijd een antwoord op de (mentale) problemen van mensen”.