Oppositie fel op kabinet en coalitie om ‘falend’ ouderenbeleid
De oppositie in de Tweede Kamer vindt dat het kabinet kwetsbare ouderen in de steek laat. Er staan te veel ouderen op een wachtlijst voor een verpleeghuis en er is te weinig personeel om ouderen daar te verzorgen. Daarnaast is er ‘stiekem’ 1,6 miljard euro bezuinigd op de 2,7 miljard euro extra die het kabinet in 2017 voor de ouderenzorg had vrijgemaakt. De coalitiepartijen kregen er ook flink van langs in het Kamerdebat over de ouderenzorg. VVD, D66, CDA en ChristenUnie kunnen als coalitiepartijen „aan de knoppen draaien”, maar verzuimen dat te doen, was het verwijt van alle oppositiepartijen aan hun adres.
De ene oppositiepartij was feller in haar bewoordingen dan de andere. Volgens Lilian Marijnissen (SP) stond VVD-Kamerlid Harry Bevers het kabinet „schaamteloos te legitimeren de ouderenzorg af te breken”. Ook Lucille Werner (CDA) kreeg tijdens het debat het verwijt dat ze niet het kabinet moet napraten dat er „minder meer” naar de ouderenzorg is gegaan, zei Stephan van Baarle (DENK). Het gaat volgens hem om een ordinaire bezuiniging.
Van Baarle en Fleur Agema van de PVV haalden in het debat het recente rapport van het Centraal Planbureau (CPB) aan. Daarin stellen de ‘doorrekenmeesters’ van kabinets- en verkiezingsprogramma’s letterlijk dat er „na de invoering van het kwaliteitskader in totaal voor 1,6 miljard euro structureel op de ouderenzorg is bezuinigd”. Ook staat in het CPB-rapport dat „het aannemelijk is dat dit leidt tot minder zorg en/of lagere kwaliteit van zorg” dan in 2017 was beoogd.
Volgens minister Conny Helder (Langdurige Zorg) kloppen de berekening en de conclusie van het CPB niet. Er is door het kabinet in 2017 nooit 2,7 miljard euro beschikbaar gesteld, maar 2,1 miljard, zei Helder. Daarop volgde een uiteenzetting van de minister over een „bedachte” besparing van 600 miljoen die „niet is doorgegaan” maar wel is „tegengeboekt” en uiteindelijk „weer is toegevoegd”. Volgens Helder kun je het daarom al met al geen bezuiniging noemen, maar „dat is het verschil van mening dat ik met het CPB heb.” Het gesprek over dat verschil van inzicht tussen beide partijen loopt nog.
De uitleg van Helder leidde tot grote woede bij Agema en tot frustratie en onbegrip bij Van Baarle. „De minister zet het CPB zomaar opzij om door te kunnen gaan met het slopen van de zorg”, fulmineerde Agema. „Er gaat minder geld naar de zorg toe, hoe je het ook noemt”, concludeerde Van Baarle droogjes. „Het CPB noemt het bezuinigingen, de minister besparingen waar beleid achter zit. Wat is het verschil?”