Bestuur Toshiba steunt overnamebod, maar beveelt het niet aan
Industrieel en technologisch concern Toshiba zal het overnamebod van een Japans consortium onder leiding van de JIP Group „steunen”. Dat bevestigde het bestuur van het Japanse bedrijf donderdag in een verklaring. Eerder meldden persbureau Bloomberg en zakenkrant Nikkei op basis van bronnen al dat de raad van bestuur het bod van ongeveer 2 biljoen yen, omgerekend ruim 14 miljard euro, zou hebben goedgekeurd.
Met de stap komt mogelijk een einde aan een zeer onrustige periode in de ruim 140-jarige geschiedenis van het bekende Japanse bedrijf. Het bestuur lijkt het bod echter niet aan te bevelen bij de aandeelhouders. „Op dit moment spreekt het bestuur de steun uit voor het overnamebod als het wordt gestart. Het bestuur heeft echter ook een resolutie aangenomen om het op dit moment niet aan te bevelen”, luidt de verklaring.
Een groep van ongeveer twintig Japanse bedrijven, waaronder Orix, Rohm en Chubu Electric Power, neemt deel aan de overname die wordt geleid door de Japanse private investeerder Japan Industrial Partners (JIP). Toshiba wordt al jaren geplaagd door schandalen. Zo was er in 2015 sprake van boekhoudfraude en ging twee jaar later een dochteronderneming voor kernenergie failliet. Het bedrijf werd daardoor gedwongen zijn geheugenchipdivisie te verkopen en aandelen uit te geven die vooral door buitenlandse investeerders werden gekocht.
Vorig jaar kwam echter aan het licht dat bestuursleden samen met de Japanse regering activistische buitenlandse aandeelhouders buitensloten. Sindsdien lagen de aandeelhouders en het bestuur van Toshiba met elkaar overhoop over de toekomst van het bedrijf. Buitenlandse investeerders hadden naar verluidt eveneens interesse in een overname van Toshiba, maar de Japanse overheid wilde belangrijke technologieën en onderdelen van Toshiba uit buitenlandse handen houden.
Zo worden de kernenergieactiviteiten van Toshiba van groot belang geacht voor de nationale veiligheid van Japan. Toshiba is ook betrokken bij de ontmanteling van de kerncentrale Fukushima Dai-Ichi, die verwoest werd door de aardbeving en tsunami van 2011. Dat maakte het moeilijk voor de regering om een eigendomsoverdracht aan een buitenlandse partij te accepteren. Begin vorig jaar verwierpen aandeelhouders ook een voorstel van het management om het bedrijf in tweeën te splitsen. In oktober 2022 werd JIP uiteindelijk gekozen als voorkeursbieder.