„Godsdienstvrijheid in ere houden”
De overheid moet de godsdienstvrijheid eerbiedigen door zich niet te bemoeien met de „binnenkant” van een godsdienst: „de Goden, de mirakels en de zingeving.” Wel is het de taak van de overheid zich te bemoeien met de buitenkant: het gedrag en „de woorden die daartoe aanzetten.”
Dat zei VVD-fractieleider Van Aartsen maandagavond in Groningen. Naar aanleiding van de terugkeer van zijn fractiegenoot Hirsi Ali in de Tweede Kamer stond hij stil bij de relatie tussen liberalisme en religie. Over de uitspraak van Hirsi Ali dat moslims moeten kiezen tussen hun geloof en de Grondwet is in liberale kring onrust ontstaan. Oud-partijleider Wiegel zei dat Hirsi Ali „geen goede liberaal” is, omdat ze zich bemoeit met persoonlijke geloofsovertuigingen.
Volgens Van Aartsen is „Ayaan zelf ook ongelukkig met het beeld dat is ontstaan, van een VVD contra de islam.” Politici moeten er naar zijn mening voor waken tolerantie in te ruilen voor „islamofobie of seculiere bekeringsdwang.” Van Aartsen wil „alle liberalen verenigen” onder het vaandel van „een tolerantie die verlicht én liberaal is.” Daarbij noemde hij de vrijheid van godsdienst een „groot liberaal goed” dat moet worden gewaarborgd.
Elke politieke aanval op „religie als zodanig” is volgens Van Aartsen „te veroordelen.” Keerzijde van de medaille is dat „elke politieke aanspraak van theologen even hard moet worden bestreden.” Zonder zich te bemoeien met de „binnenkant” van een godsdienst moet de overheid het gedrag van religieuze mensen en de woorden die daartoe aanzetten scherp in de gaten houden. Te lang is volgens Van Aartsen uitgegaan van het principe: „Laat ze preken wat ze willen.”
Concreet betekent dit overheidstoezicht dat „er hard moet worden opgetreden tegen elke vorm van haatzaaiing en geweld of aansporing daartoe in moskeeën, op scholen en in de media.” Preken, godsdienstlessen, satellietuitzendingen en internetpagina’s moeten wat Van Aartsen betreft daarop worden gecontroleerd. „Sancties moeten stevig zijn en variëren van boetes tot sluiting van het desbetreffende gebouw of uitzetting in het geval van buitenlandse overtreders.”
Van Aartsen weersprak maandagavond de suggestie dat hij met zijn speech Hirsi Ali zou hebben teruggefloten. Hij had de tekst van tevoren met haar doorgenomen. Niettemin was er binnen de VVD-fractie dinsdagmorgen enige spanning over het verloop van de dag. In de namiddag gaf Hirsi Ali een uitgebreide persconferentie. Daar wachtte haar onder meer de vraag om een reactie op de uitspraken die Van Aartsen maandagavond in Groningen deed.
De terugkeer van Hirsi Ali aan het Binnenhof, na tweeënhalve maand ondergedoken te hebben gezeten, werd dinsdag een waar mediaspektakel. De VVD en het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer hadden zich daar goed op voorbereid. Vanwege de overweldigende belangstelling van nationale en internationale media was er een speciaal persprogramma op poten gezet, met speciale momenten voor fotografie en film.
Hirsi Ali arriveerde dinsdagmorgen iets voor 9.30 uur op het Binnenhof in een geblindeerde Mercedes. Ze ging direct door naar Tweede-Kamervoorzitter Weisglas. Ze zei het fijn te vinden weer terug te zijn. VVD-fractievoorzitter Van Aartsen sprak van een vreugdevolle en fantastische dag. Hij ontving zijn fractiegenote om 10.00 uur. Een kwartier later nam Hirsi Ali weer deel aan de wekelijkse fractievergadering van de VVD. Vanmiddag woonde ze het vragenuur en de stemmingen bij, waarna ze haar persconferentie gaf.
Hirsi Ali krijgt al ruim twee jaar persoonlijke beveiliging wegens bedreigingen vanwege haar uitlatingen over de onderdrukking van de vrouw binnen de islam. De moord op filmmaker Theo van Gogh ging op 2 november gepaard met een directe doodsbedreiging aan haar adres. Op 10 november werd ze door defensie in een militair vliegtuig naar het buitenland overgebracht.