Ondernemer M. Verweij zegt de uitkomsten van het vooroverleg met de provincie Zeeland af te wachten alvorens hij beslist of hij meebetaalt aan de noodzakelijke wijziging van het bestemmingsplan voor het terrein.

Dat laatste is een eis van de gemeente Tholen, die van de ondernemer financiële inspanningen verwacht om nieuwe economische activiteiten op het terrein mogelijk te maken. „Anders is het wat ons betreft einde verhaal”, aldus wethouder W. van Kempen.

De kwestie van de Speelmansplaten sleept zich al jaren voort. Verweij wil er onder meer beginnen met verblijfsrecreatie en het rijden met quads. De gemeente Tholen hoopte dat allemaal te kunnen regelen in het bestemmingsplan buitengebied, maar werd daar door de provincie en later de Raad van State voor teruggefloten. Alleen door het ontwikkelen van een nieuw bestemmingsplan ter plaatse worden de activiteiten in de toekomst misschien mogelijk. De ondernemer ergert zich intussen aan de gang van zaken. „Er is kostbare tijd verloren gegaan, door het te laat opstarten van procedures.”

Na een bezoek van een raadsdelegatie aan de Speelmansplaten is de ergste kou tussen gemeente en ondernemer inmiddels uit de lucht. Volgens VVD-raadslid G. Hoek moet Verweij zichzelf ook het nodige verwijten. „Hij heeft de regels en procedures in dit land zwaar onderschat.” Wel vonden diverse commissieleden maandagavond dat de communicatie met de ondernemer beter had gemoeten.

Wethouder Van Kempen deelde die mening niet. Sinds vorig jaar zomer is er binnen de gemeente een breed samengestelde projectgroep die zich met de Speelmansplaten bezighoudt, met daarin één aanspreekpunt waar de ondernemer met al zijn vragen terecht kan. Een snelle vrijstelling van het bestemmingsplan om Verweij te helpen is volgens Van Kempen niet de aangewezen weg. Het legaliseren van bestaande activiteiten, waterdichte afspraken over handhaving en de voor de ondernemer noodzakelijke flexibiliteit zijn enkel in een apart bestemmingsplan te regelen, meent de wethouder. Ook is het de normale gang van zaken dat een ondernemer meebetaalt aan een nieuw bestemmingsplan, vindt Van Kempen.

De gemeente heeft voorgesteld het regelen van de bestaande activiteiten voor haar rekening te nemen. Verweij moet geld op tafel leggen voor de nieuwe onderdelen van zijn bedrijfsplan. Pas na het gesprek met de provincie beslist de ondernemer of hij de procedures doorzet.