Afval stelt puinruimers in Azië voor lastige vraag
Van de tropische lustoorden op de Indiase Andaman- en Nicobareilanden uit de toeristenfolders is na de tsunami van 26 december niet veel meer over. De schitterende kusten zijn verwoest, aanlegsteigers en boten zijn versplinterd en duizenden huizen en gebouwen zijn in puin gelegd. De kustlijn ligt bezaaid met enorme hoeveelheden wrakhout, verwrongen metaal en brokken beton. Wat te doen met al dat puin?
Milieuactivisten vrezen dat overheidsdiensten en particuliere bedrijven de rommel gewoon in zee dumpen, zoals gewoon is in deze contreien. „Dit zou de gemakkelijkste oplossing zijn. Maar de schade aan het zeemilieu zou enorm zijn”, waarschuwt Pankaj Sekhsaria van de milieugroep Kalpavriksha, die de hoogste bestuurder van de eilanden van zijn bezorgdheid op de hoogte heeft gesteld.
Het zomaar in zee dumpen van het afval zou de leefomgeving van talrijke soorten verstoren en de voedselketen beïnvloeden, zegt ook zeebioloog Samita Acharya.
Er is een stortplaats bij de hoofdstad Port Blair, maar die ligt voor de meeste eilandbewoners te ver weg. Ook mondt de stortplaats uit in zee, waardoor het gevaar bestaat dat chemicaliën in het water terechtkomen.
Een ander probleem vormt het plastic verpakkingsmateriaal van voedselpakketten en drinkwaterflessen dat zich in de opvangkampen aan het ophopen is. Gemeentewerkers zijn begonnen het plastic te verzamelen, maar er is nog niet besloten wat er mee gedaan moet worden.
„Dit lijkt op het ogenblik geen prioriteit, maar het kan een gevaar gaan vormen voor het eilandmilieu en het leven in zee als het niet zorgvuldig wordt opgeruimd”, aldus Sekhsaria. Zijn groep Kalpavriksha heeft voorgesteld het plastic te verzamelen en voor hergebruik naar het Indiase vasteland te brengen.
Puin kan nog van pas komen. De vele brokken beton bijvoorbeeld kunnen gebruikt worden om havenpieren en kades te herstellen die door de vloedgolven zijn weggeslagen, zegt P. Radhakrishnan van de havendienst van Andaman.
De Andamanen en Nicobaren vormen een ongeveer 500 eilanden tellende keten, verspreid over een gebied van 8250 vierkante kilometer. Van sommige eilanden weet de overheid nog niet eens hoe groot de schade is.
Het opruimen van het puin verloopt traag door gebrek aan arbeidskracht. Veel mensen zijn vertrokken naar het vasteland, meer dan 1250 kilometer verder weg.
Sommige ingenieurs hebben geopperd het puin te gebruiken om golfbrekers aan te leggen in zee. Zulke kunstmatige riffen kunnen ook voor vissers een uitkomst zijn, zegt Kevin Moses, een andere zeebioloog in Port Blair. „Zij lopen dan niet het risico koraalriffen te beschadigen als zij hun netten uitwerpen of hun ankers uitgooien.”