Bij een wrakingsverzoek kan een verdachte om een andere rechter vragen als hij geen vertrouwen heeft in de rechter die de zaak behandelt. De politierechter oordeelde vrijdag dat R. wel in voorlopige hechtenis moet blijven omdat er een „stevige verdenking” tegen hem geldt. De rechter zag ook kans op herhaling omdat R. al eerder voor een „soortgelijk feit” werd veroordeeld.

De 60-jarige R. uit Geesteren (Overijssel) wordt verdacht van vernieling, verzet met letsel, mishandeling en bedreiging. R. zou zich bij zijn aanhouding hebben verzet, daardoor raakten twee agenten lichtgewond onder meer aan het gezicht. Ook zou hij daarna in het politiebusje nog dreigementen hebben geuit richting agenten als: „laat ze maar eens een voor een met mij in de ring staan”.

R. was verbaasd dat hij nog in de cel zat voor wat hij zelf noemde „Pietje Bell-achtigestreken”. Over het strafdossier zei hij tegen de rechter dat er „een mooi document in elkaar was gedraaid waar niks van klopt”.

De verdachte kwam de zaal binnen in een rolstoel. Voordat de rechtbank begon met de zitting ging de verdachte staan en las een lijst met vijf punten voor. Zo vroeg hij of de rechter zich wilde legitimeren, of hij bevoegd was en of de griffier alles noteerde. Daarnaast wilde R. vrijgepleit worden en voor geleden schade vroeg hij om 100.000 euro.

Zijn advocaat trok zich bij aanvang van de zitting terug omdat hij niet gemachtigd was om R. bij te staan. Ondanks de wraking opende de politierechter de zitting. Later herhaalde de verdachte zijn wrakingsverzoek. „U zit hier niet als rechter maar als trustee van de gedaagde”, zei R. Verder gaf hij daarop geen toelichting. Wel zei hij: „Ik sta hier als levend mens, niet als persona”.

Enkele tientallen sympathisanten waren naar de rechtbank gekomen om de zitting bij te wonen. Aan het einde toen R. teruggebracht werd naar zijn cel klonk applaus, werd op de ramen van de publieke tribune gebonkt en werd geroepen „volhouden”. De rechtbank verwacht de zaak binnen twee weken alsnog te behandelen.