Franse politie gebruikt traangas en waterkanonnen tegen betogers
In Frankrijk zijn donderdag mensen opnieuw massaal de straat opgegaan om hun onvrede te uiten over de pensioenplannen van de regering. Ze wierpen barricades op en staken die in brand. In Parijs vuurde de oproerpolitie rubberen kogels af en zette traangas en waterkanonnen in op de Place de la Concorde, waar duizenden betogers bij elkaar waren gekomen. In de avond voerden agenten charges uit om de demonstranten terug te dringen en te verspreiden. Inmiddels lijkt de rust te zijn teruggekeerd in de hoofdstad, waar volgens de politie minstens 217 mensen zijn opgepakt.
Het plein ligt in de buurt van de Franse Tweede Kamer, waar premier Élisabeth Borne donderdagmiddag aankondigde een grondwetsartikel te gebruiken om de pensioenhervormingen door te drukken. Het parlement wordt daarmee buitenspel gezet. Critici vinden het desbetreffende artikel, dat in de Franse geschiedenis honderd keer is ingezet, ondemocratisch.
Franse media berichtten over onrust in verscheidene steden, waaronder Lyon, Marseille, Toulouse en Dijon. In Lille belandden twee betogers met verwondingen in het ziekenhuis. In Rennes moesten bushokjes en een makelaarskantoor het ontgelden. In Nantes werden ook botsingen tussen politie en actievoerders gemeld.
Sinds januari worden in Frankrijk demonstraties gehouden tegen de pensioenplannen, bestaande uit onder meer de verhoging van de minimale pensioenleeftijd van 62 naar 64 jaar. De landelijke actiedagen, met onder meer stakingen in het openbaar vervoer, trokken miljoenen deelnemers.