Meditatie: Weg met Jezus!
Mattheüs 26:4
„En beraadslaagden tezamen dat zij Jezus met listigheid vangen en doden zouden.”
De overpriesters, schriftgeleerden en ouderlingen vergaderden in het paleis van de hogepriester, omdat zij toen geen bepaalde vergaderplaats meer hadden. De hogepriester heette Johannes, bijgenaamd Kájafas. Hij was priester in bijzondere zin, de ”grote priester”, zoals vroeger Aäron was. Deze moest nu het Lam slachten dat de zonden der wereld wegneemt (Johannes 1:29). De vorige hogepriester heette Annas. Deze had afstand gedaan van het hogepriesterschap ten behoeve van zijn dochter, met wie Kájafas gehuwd was. Nu deelde de oude Annas met zijn schoonzoon de inkomsten van het hogepriesterschap, die miljoenen bedroegen. Zo was dan Kájafas een machtig kerkvorst en zijn woning een paleis; terwijl de ware Hogepriester niet wist waar Hij Zijn hoofd zou neerleggen. In dit paleis vergaderden de overpriesters, schriftgeleerden en ouderlingen van het volk. Zij „beraadslaagden samen dat zij Jezus met listigheid vangen en doden zouden”. Het was allang bij hen bepaald dat zij Jezus zouden doden, opdat niet het hele volk mocht verleid worden. Kájafas had het hun reeds lang tevoren gezegd: „Het is beter dat één sterft voor het volk, dan dat het gehele volk verloren gaat”. Het was hun tot nu toe nog niet gelukt Jezus te grijpen, want Zijn ure was nog niet gekomen. De farizeeën hadden reeds onder elkaar gezegd: „Gij ziet, dat gij gans niet vordert, de gehele wereld volgt Hem na.”
Dr. H.F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld
(”Lijdenspreken”, 1847)