De sieraden en munten zijn het grootste deel van dit jaar te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Eerst in de centrale hal en vanaf 13 oktober in de tentoonstelling Het Jaar 1000. De vinder mag de schat zelf houden, maar leent die voorlopig uit aan het museum. Het museum zegt geen waarde in geld te geven aan de schat. „Het is van grote historische en archeologische waarde”, zegt een woordvoerder van het museum.

Het belangrijkste onderdeel van de vondst zijn vier versierde gouden hangers in de vorm van een maansikkel, meldt het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Het gaat om twee setjes van ongeveer vijf centimeter. Het museum denkt dat de hangers op hoofddeksels werden gedragen en niet als oorbellen. Verder werden twee stroken goudblad gevonden die waarschijnlijk aan de rand van kleding zaten en 39 zilveren munten. De sieraden zijn tussen 1200 en 1250 in de grond verstopt, volgens de onderzoekers. De datering is gedaan op basis van de munten.

Gouden sieraden van rond het jaar 1000 zijn erg zeldzaam in Nederland en worden bijna nooit gevonden. „Deze sieraden en munten zijn van grote betekenis voor de archeologie en geschiedenis van Noord-Holland en West-Friesland en zelfs van (inter)nationaal belang”, staat in het persbericht van de gemeente Opmeer.

In de periode dat de schat begraven werd, was het onrustig in West-Friesland en de rest van Noord-Holland. Het was de periode van de Fries-Hollandse oorlogen en West-Friesland hoorde toen nog bij Friesland. De gemeente Opmeer houdt donderdagavond een bijeenkomst waar meer informatie wordt gegeven over de schat en over de historische achtergrond van die periode.