Grote schade aan Babylon door toedoen coalitie
Het British Museum heeft zaterdag in een uitvoerig rapport de coalitietroepen in Irak beschuldigd van het aanrichten van vernielingen in de archeologische stad Babylon.
Zo zouden Amerikaanse en Poolse militairen met hun tanks 2600 jaar oud plaveisel in de straatjes van de oude Mesopotamische hoofdstad hebben beschadigd. Het Poolse leger heeft de beschuldigingen ontkend.
De Amerikanen sloegen onmiddellijk na het begin van de invasie in Irak kampementen op tussen de ruïnes van Babylon, dat ongeveer 80 kilometer ten zuiden van Bagdad ligt. Later voegden zich militairen van het Poolse contingent bij hen.
Volgens John Curtis, curator van de afdeling voor het Nabije Oosten van het British Museum, kan het vestigen van dergelijke bases op zo’n locatie worden vergeleken met „de inrichting van een legerkamp rond de Grote Piramide in Egypte of rond Stonehenge in Groot-Brittannië.”
In het rapport wordt gemeld dat beelden van draken bij de befaamde Poort van Ishtar scheuren en gaten vertonen doordat geprobeerd is ze te verplaatsen. In oude opslagplaatsen zijn loopgraven gegraven en overal liggen archeologische stukken, waaronder gebroken stenen die voorzien zijn van het stempel van koning Nebukadnezar.
Curtis, die door de Irakezen werd gevraagd een onderzoek in te stellen, constateerde ook dat grote hoeveelheden zand gemengd met archeologische fragmenten waren gebruikt voor het vullen van zandzakken. Verder zijn er vliegveldjes voor helikopters en parkeerplaatsen op plekken ingericht die voor de archeologie van belang zijn. De plek van het historische Griekse theater bleek vervuild door brandstofresten.
De Iraakse minister van Cultuur, Al-Jazairee, zei zaterdag dat de coalitietroepen in Babylon pantserwagens inzetten en helikopters gebruiken die vrij landen en opstijgen. Al-Jazairee denkt dat in Babylon schade is aangericht, maar hij zei niet te weten hoe groot de schade is.
Een woordvoerder van het Poolse ministerie van Defensie, kolonel Pjotr Pertek, ontkende zondag tegenover het Poolse persbureau PAP dat er schade is aangericht in Babylon. „Noch de Poolse noch andere militairen van de door Polen geleide multinationale strijdmacht hebben ooit iets gedaan dat monumenten zou ruïneren, verwoesting of ander schade zou veroorzaken”, zei Pertek.
Het Amerikaanse leger heeft gezegd dat er niet langer aarde wordt verplaatst of gestort. Ook wordt overwogen de militairen verder van de ruïnes te stationeren. Het Poolse contingent verhuisde in december van Babylon naar Diwaniyah en droeg de zorg voor de ruïnes over aan Iraakse bewakers.
Curtis erkent in zijn rapport dat de aanwezigheid van de militairen heeft geholpen om plunderaars af te schrikken. Hij laakt vooral het besluit om grond te storten voor het inrichten van vliegveldjes en parkeerplaatsen.
De Hangende Tuinen van Nebukadnezar gelden als een van de zeven wereldwonderen. De stad raakte in verval nadat hij rond 538 voor Christus was veroverd door de Perzen.