Kosten dwangsommen in asielzaken mogelijk miljoenen hoger
Er is een gerede kans dat de IND in 2023 en 2024 „enkele tientallen miljoenen euro’s” moet uitgeven voor de kosten voor dwangsommen in asielzaken.
Dat stelt staatssecretaris Van der Burg in antwoord op Kamervragen van de SGP. Zonder aanvullende maatregelen zullen de kosten voor 2025 „substantieel” verder oplopen, aldus Van der Burg.
Vorig jaar kostten de dwangsommen de IND 3,4 miljoen euro. Het jaar ervoor bleef de teller steken op een recordbedrag van bijna 18 miljoen. VVD-staatssecretaris Broekers-Knol poogde daarop onder de dwangsomverplichting uit te komen met een wet die een einde moest maken aan alle vormen van dwangsommen in asielzaken. Dat zijn er twee: de bestuurlijke dwangsom en de rechterlijke.
Voor de bestuurlijke dwangsom moet een asielzoeker de IND in gebreke stellen, nadat de gangbare beslistermijn is verstreken. De teller gaat automatisch lopen als er twee weken daarna nog geen uitspraak is.
Voor de rechterlijke dwangsom moet een asielzoeker een beroepszaak aanspannen om de IND te dwingen tot een oordeel te komen, waarna een nieuwe beslistermijn wordt vastgesteld. Daarbij kan de rechter als stok achter de deur een dwangsom opleggen, die de IND moet uitkeren als de dienst ook die termijn niet haalt.
De wet trad tijdelijk in werking, in afwachting van een definitieve wet, vandaar de relatief lage kosten over 2022. Intussen heeft de Raad van State echter bepaald dat de rechterlijke dwangsom moet blijven bestaan. Dat betekent dus dat de IND weer rekening moet gaan houden met dwangsomclaims. Bovendien, zo stelt Van der Burg, bestaat de kans dat de Raad van State ook een streep haalt door een eerder besluit van het kabinet om de beslistermijn te verruimen van zes naar negen maanden. Sneuvelt ook die werkwijze, dan vallen de kosten nog hoger uit.
De oordelen van de Raad van State maken het lot van de definitieve wet ongewis, zo beaamt Van der Burg. Het wetsvoorstel bevatte namelijk een rapportageplicht aan de Staten-Generaal als alternatief voor dwangsommen, maar de Raad van State ziet zo’n plicht niet als een doeltreffend dwangmiddel dat de rechterlijke dwangsom kan vervangen. „Er wordt nu gekeken of er alternatieven mogelijk zijn en zo ja, welke. Dat is ingewikkeld en kost tijd. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk over de uitkomst informeren”, schrijft Van der Burg.