OM ‘verrast’ over vrijlating onder voorwaarden misbruikverdachte
Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland zegt „verrast” te zijn door het besluit van de rechtbank om een 32-jarige man uit Zwolle onder voorwaarden op vrije voeten te stellen. Volgens de rechtbank gelden er wel ernstige bezwaren maar werd de onderzoeksgrond om de man langer vast te houden onvoldoende onderbouwd door het OM, waardoor die kwam te vervallen. Hij wordt verdacht van het online misbruiken van tientallen minderjarige meisjes, in de leeftijd van 10 tot 16 jaar.
De man verscheen dinsdag voor het eerst voor de rechtbank in Zwolle, bij een voorbereidende zitting. Hij zou tientallen meisjes in de leeftijd van 10 tot 16 jaar hebben aangezet tot het sturen van seksueel getinte filmpjes. Het Openbaar Ministerie wilde dat hij in voorlopige hechtenis zou blijven, onder meer omdat nog niet alle slachtoffers geïdentificeerd en ingelicht zijn. Van 31 meisjes is de identiteit bekend, van 16 nog niet. De ouders van de slachtoffers zijn ingelicht en hen is gevraagd om aangifte te doen.
„Bovendien zijn de feiten ernstig: tientallen jonge meisjes zijn aangezet om vergaande seksuele handelingen bij zichzelf uit te voeren en te filmen”, meldt het OM. Ook wees de officier van justitie op het gevaar voor herhaling omdat de man een stoornis heeft.
De Zwollenaar werd eind november 2022 aangehouden na een aangifte. Een doorzoeking van zijn huis zette de politie op het spoor van meerdere slachtoffers in heel Nederland en „een klein aantal” in het buitenland. „Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat er fysieke ontmoetingen tussen de verdachte en de slachtoffers hebben plaatsgevonden”, volgens het OM.
De man wordt verdacht van ontucht, het sturen van „schadelijke” afbeeldingen naar minderjarigen en het vervaardigen van kinderporno.
Aan de vrijlating van de man zijn voorwaarden gesteld door de rechtbank. Zo moet de man contact houden met de reclassering, volgens het OM. Ook moet hij een intensieve behandeling ondergaan, meldt de rechtbank. Het herhalingsgevaar ziet de rechtbank ook „maar dit kan voldoende worden ondervangen met de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd”. Het Openbaar Ministerie zegt geen mogelijkheden te hebben om tegen het besluit van de rechtbank in beroep te gaan. De advocaat van de verdachte heeft desgevraagd niet inhoudelijk gereageerd.