Over een paar jaar willen de Verenigde Staten weer mensen naar de maan brengen. In 1972 liepen daar voor het laatst astronauten rond. Om de ruimtereis mogelijk te maken, is een programma opgezet, Artemis genaamd, en worden astronauten getraind.

De eerste vlucht uit het project was Artemis I. Die begon op 16 november. Het Orion-vaartuig vloog naar de maan, draaide een paar rondjes eromheen en begon daarna aan de terugvlucht. Op 11 december plonsde de capsule in de Grote Oceaan, na een reis van ruim 2 miljoen kilometer. Op het verste punt was het ruimteschip ongeveer 430.000 kilometer van de aarde verwijderd, volgens de NASA meer dan duizend keer zo ver weg als het internationale ruimtestation ISS. Nog nooit is een ruimteschip dat voor mensen is gebouwd zo ver weg gevlogen.

De volgende missie, Artemis II, staat voorlopig gepland voor volgend jaar. Dan moeten vier bemanningsleden met een Orion rond de maan en terugvliegen. Op zijn vroegst in 2025, bij de missie Artemis III, moeten de eerste astronauten weer voet op de maan zetten.

Aan de vluchten zit ook een Nederlands tintje. De zonnepanelen die het ruimteschip onderweg van energie voorzien, zijn in Leiden gemaakt.