„Vanwege de incompetentie - of onwil - van de Iraanse regering om gifgasaanvallen tegen schoolmeisjes in Iran te stoppen, is internationale steun dringend nodig om Iraanse kinderen en hun recht op onderwijs te beschermen”, zei Hadi Ghaemi van het in New York gevestigde Centrum voor Mensenrechten in Iran (CHRI).

De Amerikaanse regering stelde maandag dat een onderzoek naar vergiftigingsgevallen op meisjesscholen in Iran onder het mandaat van de Verenigde Naties kan vallen. „Als deze vergiftigingen verband houden met deelname aan protesten, dan valt het volledig binnen het mandaat van de onafhankelijke onderzoeksmissie van de VN die afgelopen november is opgericht om mensenrechtenschendingen in Iran te onderzoeken”, zei Witte Huis-woordvoerster Karine Jean-Pierre.

Sinds november zijn meer dan duizend meisjes ziek geworden nadat ze vergiftigd waren. Sommige politici geven religieuze groeperingen die tegen onderwijs voor meisjes zijn, hier de schuld van. De vergiftigingen komen op een kritiek moment voor de Iraanse geestelijken na maanden van protesten sinds de dood van Mahsa Amini, een jonge vrouw die door de politie werd vastgehouden wegens het overtreden van de religieuze kledingvoorschriften. Schoolmeisjes namen vervolgens deel aan de protesten die uitbraken na Amini’s dood. Sommige activisten hebben het establishment ervan beschuldigd de vergiftigingen uit wraak te orkestreren.

De vergiftigingen begonnen in november in de heilige sjiitische moslimstad Qom en verspreidden zich naar 25 van de 31 provincies van Iran, wat sommige ouders ertoe aanzette hun kinderen van school te halen en te protesteren. Er is een gerechtelijk onderzoek gaande, hoewel er nog geen details over de bevindingen zijn vrijgegeven. „De autoriteiten moeten de kwestie van de vergiftiging van studenten serieus aanpakken”, zei ayatollah Ali Khamenei eerder maandag tegen de staatstelevisie. „Als wordt bewezen dat het opzettelijk is, moeten de daders van deze onvergeeflijke misdaad worden veroordeeld tot de doodstraf.”