Grote schade aan Babylon door toedoen coalitie
Militairen van de door de Amerikanen geleide internationale coalitie in Irak hebben een spoor van vernielingen achtergelaten in Babylon, de uit de 6e eeuw voor Christus daterende stad ten zuiden van Bagdad. Dat blijkt uit een rapport van het British Museum, waaruit de Britse krant The Guardian in de zaterdageditie citeert.
John Curtis, medewerker van de sectie Nabije Oosten van het museum, constateerde tijdens een bezoek vorige maand aan Babylon dat „substantiële schade" aan de stad is toegebracht. Curtis zag onder meer dat een 2600 jaar oude stenen bestrating door militaire voertuigen was platgewalst. Verder repte Curtis in het rapport van het British Museum over archeologische fragmenten die bij zand en aarde waren gevoegd om zandzakken te vullen. Curtis bepleit een internationaal onderzoek van archeologen om de schade aan Babylon vast te stellen.
Amerikaanse militairen vestigden een basis in Babylon in april 2003, kort na het begin van de invasie van Irak. In september 2003 kwam de basis onder toezicht van Poolse militairen te staan. Deze zaterdag wordt Babylon formeel overgedragen aan het Iraakse ministerie van Cultuur.
