Kees Teszelszky: Nederlanders zijn religieus, maar dan vooral online
Middeleeuwse handschriften, eeuwenoude boeken: in nationale bibliotheken zijn ze nog altijd in te zien. Een stuk lastiger is het om oude websites te bekijken. Digitaal erfgoed –waaronder religieuze sites– dreigt verloren te gaan.
Die teloorgang willen Kees Teszelszky, conservator digitale collecties, en Peter de Bode, collectiespecialist webarchivering van de KB nationale bibliotheek (KB) in Den Haag, te allen tijde zien te voorkomen. In 2007 startte de KB daarom met digitale webarchivering. Een van de webcollecties is gericht op religie en levensbeschouwing.
Wat houdt dat in, een webcollectie?
Teszelszky: „Door de jaren heen zijn we als Nederlanders steeds digitaler geworden. De kennis die we tot ons nemen, bevindt zich vaak op het web. Dat zie je ook terug in de leeszaal van onze bibliotheek. Bezoekers komen niet alleen voor boeken, maar zoeken ook op websites. De gemiddelde webpagina staat echter maar negentig dagen online, dat is heel kort. Als een website sluit, zijn we die voorgoed kwijt. Dat willen we voorkomen en daarom doen we aan webarchivering. Op deze manier bewaren we digitaal erfgoed voor de toekomst. Als een wetenschapper later wil schrijven over onze cultuur, zal hij of zij namelijk vooral zoeken naar digitale bronnen.”
Hoe werkt dat, een webcollectie aanleggen?
De Bode: „We gaan te werk als tijdreizigers, door onszelf de vraag te stellen: Wat heeft een onderzoeker over honderd jaar nodig om onze digitale cultuur te beschrijven en te begrijpen? Daarvoor is een collectie nodig die een representatief beeld biedt van onze tijd. We selecteren de websites die we willen bewaren. Dat doen we samen met anderen, bijvoorbeeld met een onderzoeker of een student van een universiteit, om zo objectiviteit te kunnen waarborgen. Vervolgens brengen we de eigenaar van zo’n website ervan op de hoogte dat we de website willen archiveren. Als de eigenaar niet afwijzend reageert, wordt een website, met alles wat erop staat, uitgezonderd filmpjes, door een speciaal computerprogramma zo compleet mogelijk gearchiveerd.”
Teszelszky: „In andere landen mag je websites vaak zomaar archiveren. Hier in Nederland is daar geen sprake van. Dat is jammer, want soms kun je daardoor te laat zijn in het vastleggen van een website.”
Jullie maken een selectie. Niet alle webdomeinen worden meegenomen.
Teszelszky: „Dat klopt. Bij iedere collectie plaatsen we een beschrijving. Daarin leggen we uit hoe de collectie is samengesteld, wat erin staat, maar ook wat er niet in staat. In zo’n beschrijving staat uitgelegd waarom de ene website wel en de andere website niet is bewaard.”
Hoe kun je de collectie raadplegen?
De Bode: „Daarvoor moet je naar de KB komen en een jaarpas hebben. In de leeszaal kun je vervolgens onderzoek doen. Je kunt thuis wel zien welke websites zijn gearchiveerd, maar je kunt deze alleen in de KB inzien. Het is lastig om zelf wegwijs te worden in een webcollectie. Daarom bieden wij hierin begeleiding.”
Teszelszky: „We maken de collectie echter vooral voor onderzoekers over vijftig of honderd jaar.”
Vorig jaar verscheen de webcollectie religie en levensbeschouwing. Waarom werd deze gemaakt?
Teszelszky: „Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceerde steeds alarmerende berichten. Steeds minder mensen zouden een religie aanhangen. Wij wilden controleren of dat klopt. Misschien komen de cijfers van het CBS overeen met het straatbeeld, waar je ziet dat kerken de deuren sluiten, maar is dat ook het digitale verhaal? Is er misschien een verschil tussen wat je op straat en wat je online ziet?”
En, wat is de conclusie?
Teszelszky: „Dat het digitale beeld van religie heel anders is dan wat je op straat ziet. Veel mensen gaan niet meer naar de kerk, maar zijn online wel religieus. Daar hebben ze hun eigen geloof, hun eigen gemeenschap en hun eigen waarheid. We noemen dat hyperindividualiteit en dat is ook echt een kenmerk van onze tijd.
Het religieuze landschap is digitaal veel diverser dan in de analoge wereld. In Den Haag zul je niet zomaar een processie van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster zien. Terwijl die kerk op het web wel degelijk bestaat. Nederland is dus nog steeds heel religieus, alleen niet zozeer meer op straat en niet meer binnen de universele religies.”
In de webcollectie staat zowel de website van een protestantse wijkgemeente als die van een heks. Dat geeft toch geen representatief beeld van religie en levensbeschouwing in Nederland?
De Bode: „We hebben geprobeerd zo objectief mogelijk te werk te gaan. De keuzes die we maakten, verantwoordden we in de collectiebeschrijving. Soms lijkt een site heel relevant, maar wordt deze maar door een enkeling bezocht. Vaak zijn kerken met de minst opvallende website juist kerken waar nog veel mensen naartoe gaan. Hun bestaan hangt niet zo van de website af, mensen komen toch wel naar de kerk.”
Teszelszky: „Wij hebben een verkenning gedaan van wat er allemaal te vinden is binnen religie. Dat is dus heel breed en divers. Als het goed is, kan later een wetenschapper de waarde van de verschillende sites bepalen.”