Het kabinet heeft vrijdag tijdens de wekelijkse ministerraad uitgebreid gesproken over de missie in Irak, naar aanleiding van de geluiden uit de Tweede Kamer -waar zich een kleine meerderheid aftekent voor verlenging van de missie- en de berichten uit Groot-Brittannië en de VS. Tot een wijzing van het kabinetsstandpunt heeft dat niet geleid, aldus Balkenende vrijdag na afloop van het kabinetsberaad.

Hij legde nog eens uit dat de regering in juni vorig jaar heeft besloten de troepen per half maart terug te trekken uit Irak. Dat besluit is onveranderd, aldus Balkenende. „Maar we sluiten onze ogen niet voor de realiteit.”

Hij wilde niet vooruitlopen op het debat dat de Kamer nog zal voeren met de bewindslieden Bot van Buitenlandse Zaken en Kamp van Defensie. Evenmin wilde de premier een verlenging van de missie definitief uitsluiten. De voorbereiding voor de terugtrekking uit Irak gaat volgens hem wel gewoon door.

Minister Bot zei eerder dat alleen „onvoorziene omstandigheden” het kabinet van gedachten kunnen doen veranderen. Een uitstel van de verkiezingen in Irak zou daaronder vallen, maar de huidige gespannen situatie in Irak is niet „radicaal anders”, zei Balkenende.

Overigens besloot het kabinet vrijdag wel mee te doen aan de NAVO-trainingsmissie in Irak. Daarvoor zullen vijftien Nederlandse instructeurs gedurende zes maanden naar Bagdad gaan, samen met tien marechaussees voor de beveiliging. Het CDA is blij met de uitlatingen van Balkenende. De fractie wil de missie in Irak niet voor lange tijd verlengen, zoals de VVD wil, maar in „enkele maanden gefaseerd afbouwen”, aldus CDA-kamerlid Ormel. De PvdA noemde de „onduidelijkheid” die het kabinet laat bestaan „onbegrijpelijk en onverantwoord.” D66-kamerlid Bakker gaat ervan uit dat het kabinet voet bij stuk houdt.