Buitenland

„Wrijving” tussen regering en Tamils

De regering van Sri Lanka denkt dat de samenwerking met de Tamil Tijgers bij de hulpverlening na de tsunami van 26 december de vooruitzichten op hervatting van het vredesoverleg heeft vergroot. Europese waarnemers bespeuren echter wrijving tussen de regering en de rebellen.

Buitenlandredactie
14 January 2005 22:27Gewijzigd op 14 November 2020 02:06

Vóór de ramp gleed Sri Lanka langzaam af naar hervatting van de burgeroorlog, die in 2002 leek te zijn beëindigd. Regeringswoordvoerster Jayantha Dhanapala zei dat overleg met de rebellen na de ramp de atmosfeer voor coördinatie van de hulpverlening en de wederopbouw heeft verbeterd. „Dit kan de basis zijn voor hervatting van toekomstige vredesonderhandelingen.”

Europese bestandswaarnemers bespeuren echter „wrijving” tussen de regering en de rebellen. De ramp eiste in Sri Lanka bijna 31.000 levens. Zowel de regering als de rebellen klaagden over elkaars aanwezigheid in opvangkampen voor overlevenden. Europese bestandswaarnemers reisden naar de getroffen gebieden en spraken met vertegenwoordigers van het regeringsleger en van de rebellen in de oostelijke stad Trincomalee. Volgens woordvoerster Helen Olafsdottir kan de wrijving het bestand ondergraven als er niet snel een oplossing wordt gevonden.

De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch beschuldigde de Tamil Tijgers er gisteren van meer dan 1000 kindsoldaten te hebben geronseld sinds 2003. In dat jaar zegde de guerrillabeweging LTT toe kindsoldaten te laten gaan. Volgens HRW werden nadien meer kindsoldaten geronseld dan vrijgelaten. Ook Unicef zegt dat de LTT zijn beloften over het vrijlaten van kindsoldaten niet nakomt. De Tamil Tijgers zijn woedend over deze naar hun zeggen „valse beschuldigingen.”

De tsunami vormt in Atjeh mogelijk de aanleiding voor een permanente oplossing van het conflict tussen de rebellen in Atjeh en de regering. Vice-president Jusuf Kalla zei gisteren dat Indonesië een blijvend bestand wil. Twee dagen eerder had de leider van de separatisten de huidige situatie daar al een goede gelegenheid voor genoemd.

Kalla sprak met de pers tijdens een bezoek aan de zwaargetroffen hoofdstad Banda Atjeh van de provincie, op de noordpunt van Sumatra. Hij zei dat een wapenstilstand, waarover tot nu toe is gesproken, niet genoeg is. „Een staakt-het-vuren betekent dat je nu stopt en een andere dag doorgaat met vechten. Nee, wij maken het permanent”, aldus Kalla.

In Atjeh strijdt de Beweging Vrij Atjeh (GAM) al 28 jaar voor onafhankelijkheid. Ruim twee jaar geleden werd vredesoverleg tussen Jakarta en de GAM afgebroken. Direct na de zeebeving op 26 december, waarvan de gevolgen aan meer dan 110.000 mensen in de provincie het leven kostten, heeft de GAM een eenzijdige wapenstilstand afgekondigd, om de hulpverlening niet te belemmeren.

The Jakarta Post meldde vrijdag dat onbekenden deze week schoten hebben gelost op een groep van 25 Indonesische hulpverleners en de agenten die hen beschermden. Volgens de politie waren de daders waarschijnlijk separatisten, die het op de agenten hadden gemunt. Niemand raakte gewond. De GAM ontkent stellig acties te hebben uitgevoerd en zegt zich te houden aan haar eenzijdig afgekondigde bestand.

Unicef waarschuwde vrijdag dat de kinderhandel in de door de tsunami getroffen gebieden waarschijnlijk zal toenemen. Hoewel er nog geen harde bewijzen zijn dat handelaren de verwarring na de ramp op grote schaal misbruiken om weeskinderen te ontvoeren en voor dwangarbeid of de seksindustrie te verkopen, mag ervan worden uitgegaan dat het gebeurt. Vóór de tsunami speelde zeker een derde van de wereldwijde kinderhandel zich af in Zuidoost-Azië.

Volgens Unicef-directeur Carol Bellamy heeft Indonesië maatregelen genomen om handel in kinderen te voorkomen. Zo mogen voorlopig geen kinderen worden geadopteerd uit het rampgebied en worden luchthavens extra in de gaten gehouden om te voorkomen dat handelaren met gestolen kinderen het land verlaten.

Duizenden inwoners van door de tsunami’s getroffen vissersdorpen in Zuid-Thailand beklagen zich over trage hulpverlening. Circa 3450 dorpelingen verblijven in een opvangkamp. Zij wachten op financiële hulp om hun gewone leven te kunnen hervatten, maar van gecoördineerde hulp is volgens hen geen sprake. Wel komen hulpverleners af en toe contant geld uitkeren, maar niet genoeg en niet voor iedereen. Om ervoor in aanmerking te komen, moeten de Thai kunnen aantonen dat ze echt slachtoffer zijn. Daarvoor zijn een hoop papieren nodig.

Voor de coördinatie en bevordering van de hulpverlening aan de getroffen landen gaan de Verenigde Naties een speciale gezant benoemen. Landen die hulp bieden, hadden de VN tijdens een conferentie in Jakarta om de aanstelling van zo’n coördinator gevraagd. VN-chef Kofi Annan denkt volgende week te kunnen melden wie de speciale gezant wordt. Hij zei dat op Mauritius, waar hij een conferentie bijwoont van kleine eilanden die door tsunami’s zijn getroffen.

Annan maakte niet duidelijk waarin de rol van een speciale gezant zal verschillen met die van Jan Egeland, de vaste coördinator voor noodhulpverlening die tot nu toe verantwoordelijk was. Egeland is tevens ondersecretaris-generaal voor humanitaire zaken.

Voor alle getroffen landen geldt dat zij haast moeten maken met het wegspoelen van zeewater uit agrarische gebieden. Daarvoor heeft de VN-landbouworganisatie FAO gisteren gewaarschuwd. De tsunami’s hebben in de landen rond de Indische Oceaan landbouwgrond overspoeld met zout water. Als het land opdroogt, blijft het zout achter en wordt de grond voor landbouw onbruikbaar.

Het in Rome gevestigde VN-voedselprogramma WFP heeft vrijdag gezegd dat er geen aanwijzingen zijn dat het kwaad kan om vis te eten die na de tsunami gevangen is. In de getroffen regio gaan geruchten dat men ziek kan worden van vis die zich tegoed heeft gedaan aan dode menselijke lichamen. Het WFP zei dat VN-medewerkers ter plaatse hebben gemeld niets te hebben gemerkt van een verhoogd risico. Een andere zorg met betrekking tot vis is de kans dat vuil water in visgronden terechtkomt.

Ook daar is nog niets van gebleken, verklaarde het WFP, maar het verdient aanbeveling om vis die er niet goed uitziet te mijden en, nog belangrijker, te zorgen dat vis goed wordt schoongemaakt en door en door verhit voordat hij wordt gegeten. Vis is een belangrijk onderdeel van het dagelijks voedsel in het getroffen gebied, aldus het WFP, en eigenlijk onmisbaar voor mensen die moeten herstellen van verwondingen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer