Advocaat Weski: OVV spreekt zonder reserve van betrokkenheid Taghi
De advocaat van Ridouan Taghi, hoofdverdachte in het omvangrijke liquidatieproces Marengo, hekelt het feit dat in het woensdag verschenen rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid „zonder enigerlei reserve” over haar cliënt wordt gesproken „die geen verdachte of vervolgde in die zaken is”. Het rapport van de OVV gaat over de beveiliging van de drie personen die bij de strafzaak betrokken waren en vermoord zijn: de broer van kroongetuige Nabil B., zijn advocaat Derk Wiersum en B.’s vertrouwenspersoon Peter R. de Vries.
Een van de conclusies van de OVV is dat politie en Openbaar Ministerie het opsporingsbelang zwaarder vonden wegen dan de beveiliging van personen. „Dit rapport toont dat het OM de kroongetuige en diens omgeving kennelijk nog steeds vooral als een gebruiksartikel ziet. In Marengo heb ik dat al betoogd maar ook dat de kroongetuige kennelijk van zijn kant meende, dat hij juist degene was die het OM in zijn macht had.”
Volgens Weski is mede hierdoor sprake van „een verziekte relatie die niets meer met waarheidsvinding van doen had”.
Tegen Taghi is een levenslange gevangenisstraf geëist in Marengo. Hij wordt niet verdacht van de moorden waar het in het OVV-rapport over gaat, maar justitie heeft regelmatig laten doorschemeren dat Taghi wel als opdrachtgever daarvan wordt gezien. „Helaas wordt in deze definitieve versie van het rapport weer zonder enigerlei reserve over betrokkenheid van cliënt Taghi gesproken. De principes van een rechtsstaat lijken inmiddels in feite volledig verlaten”, aldus Weski.