Zakendoen in China: succes niet verzekerd
De enorme economische groei in China lokt met grote regelmaat buitenlandse bedrijven naar het land. Ze blijven er niet allemaal, want zakendoen in China is niet eenvoudig.
China is in, daarover is iedereen het eens. Op een groeimarkt met 1,3 miljard inwoners zou een ondernemer zichzelf tekortdoen door weg te blijven. Sommige bedrijven zitten er al jaren, voor andere begint het grote avontuur pas nu. Een van de grote Nederlandse succesverhalen van de afgelopen jaren is Philips. Dat bedrijf laat een groot deel van zijn productie in China maken en profiteert zo van de lage lonen in het land. Tegelijk kan het in China een enorme consumentenmarkt aanboren. Een ideale mix.
Toch is een handeltje opzetten in China niet iets dat je er als bedrijf even bij doet. Dat heeft onder meer te maken met de enorme concurrentie in het land, waar van veel producten heel veel wordt geproduceerd. Het gevolg daarvan is dat de prijzen snel omlaaggaan, waardoor de winstmarges afnemen. Overigens zijn het niet alleen buitenlandse bedrijven die de markt proberen te veroveren, maar ook de Chinezen zelf. En juist die laatste groep, die de taal spreekt en de weg kent, geeft zich niet makkelijk gewonnen.
De Chinezen zijn van nature heel concurrerend ingesteld. Dat wordt er met de paplepel ingegoten. Ouders stoppen een groot deel van hun spaargeld in hun kinderen, zodat die de best denkbare opleiding kunnen volgen en het later ver kunnen schoppen. De kopieerlust waar het land bekend om staat, is een sport op zich. Ook daar moeten buitenlandse bedrijven tegen opboksen, al moet China sinds het lid is van de wereldhandelsorganisatie WTO hier wel maatregelen tegen nemen.
Maar er zijn nog meer verschillen tussen China en het Westen. Het fenomeen behoorlijk bestuur is in China (nog) niet wat veel westerse bedrijven in eigen land gewend zijn. Onlangs kwam het staatsbedrijf China Aviation negatief in het nieuws toen bleek dat het op de olietermijnmarkt honderden miljoenen dollars had verloren. China Aviation is verantwoordelijk voor het overgrote deel van de brandstoftoevoer naar Chinese luchthavens.
Van een markteconomie zoals we die in het Westen kennen, is in China geen sprake. De staat heeft, zeker waar het gaat om tempo en richting, een stevige vinger in de pap. Dat leidt overigens niet altijd tot het gewenste resultaat. Er worden pogingen gedaan om het groeitempo enigszins in toom te houden, maar desondanks groeide de economie het afgelopen jaar met een slordige 9 procent.
Ondanks de grote aantrekkingskracht van China is het enthousiasme niet bij alle bedrijven meer even groot. Onlangs maakte Numico bekend zijn activiteiten in China tegen het licht te zullen houden. Aanleiding vormden tegenvallende resultaten in dat land. Zowel de omzet als de winst gaf een daling te zien.
De zuivelproducent Friesland Foods (tot voor kort Friesland Coberco) ging in november nog een stap verder en droeg zijn productie- en verkoopactiviteiten in China over aan zijn lokale partner. Het bedrijf besloot daartoe omdat door de overproductie van zuivel in China de marges steeds verder afnamen. Friesland Foods blijft wel eigenaar van het merk Dutch Lady, dat in licentie is gegeven aan een nieuwe onderneming waarin de zuivelproducent een belang heeft van 5 procent. Op die manier blijft de enorme Chinese markt toch nog een beetje binnen handbereik.