Erdogan vraagt vergiffenis na ontoereikende aardbevingshulp
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft bij een bezoek aan de stad Adiyaman toegegeven dat de overheidshulp na de aardbevingen van 6 februari heeft tekortgeschoten. Hij vroeg de Turken om hem „te vergeven” voor de te trage overheidsreactie.
„In de dagen na de aardbeving hebben we helaas geen efficiënte zoek- en reddingsacties kunnen opzetten”, aldus de president. Hij wijt de vertraging aan de ongeziene kracht van de aardbeving, het slechte weer en de beschadigde infrastructuur.
De stad waar hij de uitspraken deed, Adiyaman, is een van de plekken die het zwaarst is getroffen door de bevingen. Er kwamen meer dan 6000 mensen om het leven.
Volgens Erdogan kwam de hulp enkele dagen na de aardbevingen wel goed op gang. „We zijn erin geslaagd de zoekacties en de hulpverlening flink op te schalen”, aldus de president. „Niemand mag eraan twijfelen dat we alles doen wat nodig is.”
Vier dagen na de bevingen had Erdogan al eens laten optekenen dat hij had gehoopt op een snellere overheidsinterventie, maar het is de eerste keer dat hij het falen van de overheid zo duidelijk benoemt.
Op 18 juni zijn er in Turkije verkiezingen waarbij Erdogan hoopt een nieuw mandaat te krijgen als president. Op het moment van de aardbevingen had de president te maken met lage waarderingscijfers.
Hoewel nog niet duidelijk is wie als tegenstander mag deelnemen aan de verkiezing, staat vast dat het een van de grootste uitdagingen wordt in de twintig jaar dat Erdogan aan de macht is. Hij is al president sinds 2014. Van 2003 tot 2014 was Erdogan premier van het land.