Wis- en natuurkunde in dertig jaar steeds simpeler
Eindexamenvragen over wis- en natuurkunde zijn in dertig jaar tijd makkelijker geworden. Dat concluderen twee onderzoekers na bestudering van 1500 toetsvragen in het vwo, schreef Trouw maandag.
Het lijkt alsof vwo-leerlingen steeds meer weten van wis- en natuurkunde. In dertig jaar tijd zijn de gemiddelde cijfers op beide vakken met maar liefst een half (wiskunde) tot een heel (natuurkunde) punt gestegen.
Maar schijn bedriegt, concluderen twee onderzoekers nu. In dezelfde periode zijn de eindexamenvragen makkelijker geworden en ze beslaan minder stof dan vroeger. Scholieren zijn dus niet slimmer geworden, maar de examens eenvoudiger, schrijven de onderzoekers.
Voor het onderzoek vergeleken onderzoekers Loek Zonnenberg (docent wiskunde en oud-partner van adviesbureau McKinsey) en Paul Rutten (partner McKinsey) 1500 vragen die sinds de jaren negentig tijdens de centrale examens zijn voorgelegd. Daarbij onderzochten ze het verschil tussen twee tijdvakken: de periode van 1990 tot 1995, en de periode van 2015 tot 2021.
Daaruit bleek dat leerlingen voor hun examens 40 tot 50 procent minder hoeven te leren en dat moeilijke vragen uit de toetsen zijn gehaald. Als voorbeeld noemt Rutten de driedimensionale ruimtekunde.
Ook de vragen zelf zouden makkelijker zijn: er zijn minder denkstappen nodig om tot een antwoord te komen. De makkelijkere toetsen verhullen volgens de onderzoekers een dalend kennisniveau.