Israël heeft toegezegd „gedurende vier maanden te stoppen met het bespreken van de vestiging van nieuwe nederzettingen en gedurende zes maanden te stoppen met het goedkeuren van nieuwe nederzettingen”, aldus de gezamenlijke verklaring.

Delegaties uit onder meer Israël en Palestina waren in Aqaba bijeen om te praten over het oplaaiend geweld op de Westelijke Jordaanoever. Het komt zelden voor dat de twee partijen op hoog niveau contact hebben. Ook een Amerikaanse veiligheidsadviseur en mensen van de veiligheidsdiensten van Egypte en Jordanië waren aangeschoven. De deelnemers vreesden onder meer een verdere escalatie na het begin van de islamitische heilige maand, ramadan, die 22 maart begint.

De Israëlische delegatie werd geleid door de baas van de binnenlandse inlichtingendienst, Ronen Bar, en de Palestijnse door inlichtingendienstchef Majed Faraj. De partij van de Palestijnse president Mahmoud Abbas liet weten dat de Palestijnse Autoriteit „ondanks de bloedbaden die onder Palestijnen worden aangericht toch een delegatie heeft gestuurd om te kijken of het bloedvergieten kan stoppen”. De in de Gazastrook gevestigde beweging Hamas heeft het overleg veroordeeld als verraad aan de nationale zaak, minachting „van het bloed van de martelaren” en een poging de misdaden van de bezettingsmacht te verhullen, wat volgens Hamas kan leiden tot nog meer misdaden.

Afgelopen woensdag kwamen bij een Israëlische inval elf Palestijnen om het leven en raakten er meer dan tachtig gewond. Het was de bloedigste inval sinds 2005. Dit jaar zijn al meer dan zestig Palestijnen om het leven gekomen, onder wie burgers.