Onderzoek: helft slachtoffers is ‘onzichtbaar’ bij instanties
Slachtoffers van fraude, oplichting of seksuele misdrijven, of personen die in hun omgeving een zelfdoding hebben meegemaakt zijn relatief vaak uit beeld bij de politie of hulpverlenende instanties. Dat overkomt jongeren vaker dan ouderen. Zo’n 70 procent van de ondervraagde jonge slachtoffers doet geen melding bij de instanties, zo blijkt uit onderzoek dat I&O Research deed in opdracht van Slachtofferhulp Nederland. Het onderzoek is gehouden onder 11.000 leden van het I&O Research panel in het kader van de Europese dag van het Slachtoffer, die woensdag 22 februari wordt gehouden.
Ruim een kwart van de Nederlanders van 16 jaar en ouder maakte het afgelopen jaar een ingrijpende gebeurtenis mee. Zij zijn zelf slachtoffer, omstander bij de gebeurtenis, of naaste of nabestaande van het slachtoffer. Ruim de helft van de slachtoffers (53 procent) is onzichtbaar. Dat betekent dat ze zelf geen melding hebben gedaan van het voorval en dat ze ook niet op een andere manier bij de politie of andere hulpverlenende instanties in beeld zijn.
Deze slachtoffers verschillen van zichtbare slachtoffers. Ze zijn relatief vaak slachtoffer van fraude of oplichting, seksueel misbruik of seksueel getinte misdrijven, of een zelfdoding door iemand in hun omgeving. Onzichtbare slachtoffers zijn vaker indirect slachtoffer: naasten, omstanders of andere relaties van de directe slachtoffers. Ook zijn jongeren vaker onzichtbaar dan ouderen. Ruim de helft (57 procent) van de slachtoffers tussen de 16 en 34 jaar is onzichtbaar bij politie of hulpverlenende instanties. Bij de slachtoffers van 65 jaar en ouder is dat iets minder dan de helft.