Hele Kamer stemt zoals verwacht voor terugkeer van de basisbeurs
De voltallige Tweede Kamer heeft, zoals verwacht, gestemd voor de herinvoering van de basisbeurs van studenten op hogescholen en universiteiten. Daarmee komt vrijwel zeker een einde aan het door studenten verfoeide leenstelsel en zullen zij vanaf volgend collegejaar (2023-2024) weer ‘stufi’ ontvangen op hun bankrekening. De wet moet nog worden behandeld door de Eerste Kamer, maar kan gezien de brede steun ook hier op instemming rekenen.
Studenten hebben alleen recht op een basisbeurs als de tijd die normaliter staat voor een studie nog niet voorbij is. Deze ‘nominale studieduur’ is vaak vier jaar en bij sommige studies ook vijf of zes jaar. Daardoor loopt een deel van de studenten de beurs mis: wie een studie heeft van vier jaar en in september begint aan het vijfde studiejaar ontvangt geen maandelijks geldbedrag.
Bij hun ouders wonende studenten zullen 110 euro per maand ontvangen, hun studiegenoten die op zichzelf wonen 275 euro. Uitwonende studenten krijgen tijdelijk 164 euro bovenop dit bedrag. Zo worden zij gecompenseerd voor koopkrachtverlies vanwege de hoge prijzen van boodschappen en energie. Kinderen van ouders met een laag inkomen hebben ook nog recht op een aanvullende beurs van maximaal 416 euro. Hoe hoog het bedrag dat ze krijgen precies is, hangt af van het inkomen van de ouders en de grootte van het gezin.
Hoewel de wet nog langs de Eerste Kamer moet en dus nog niet officieel af is, gaat de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) studenten er al over informeren. Op de website van de organisatie komt een tool waarmee studenten kunnen bekijken waar ze recht op hebben. Ook gaat de overheidsinstantie studenten informeren via hogescholen en universiteiten en door onlineseminars te organiseren. Na goedkeuring van de senaat zal DUO studenten ook persoonlijk aanschrijven.
Oppositiepartijen klaagden vorige week over het in hun ogen te lage bedrag van de beurs en het lot van de ‘pechgeneratie’. Zo worden de studenten vaak genoemd die in de jaren van het leenstelsel hebben gestudeerd. Zij kunnen hun lening via verschillende regelingen met ongeveer 3000 euro verlagen bij wijze van compensatie. De oppositiepartijen vinden dit bedrag een schijntje vergeleken met hun vaak hoge studieschuld. Desondanks ziet de oppositie invoering van de basisbeurs als een verbetering.
De basisbeurs werd in 2015 vervangen door het leenstelsel door kabinet-Rutte II, met steun van VVD, PvdA, GroenLinks en D66, en verloor snel aan populariteit vanwege oplopende schulden bij studenten. Het huidige kabinet heeft in het coalitieakkoord beloofd de beslissing terug te draaien.