Dat heeft minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) vrijdag geschreven aan de gemeenteraad van Wûnseradiel. De gemeente had in december laten weten door te gaan met de noodopvang, omdat het volgens haar op humanitaire gronden onaanvaardbaar is dat uitgeprocedeerde asielzoekers op straat terechtkomen.

De gemeente had 140.000 euro van het Rijk gevraagd. In totaal heeft de opvang tot nu toe rond 150.000 euro gekost. Witmarsum vangt sinds 2003 uitgeprocedeerde asielzoekers op. In het centrum verblijven nu 113 mensen.

Wethouder K. Helder (Welzijn) zegt dat de gemeente zich niet bij het besluit van Verdonk neerlegt. „We hebben begrepen dat minister Verdonk een gemeente in het zuiden van het land wel geld heeft uitbetaald voor eenzelfde noodopvang. Dus dat strookt niet. Eventueel schakelen we de Tweede Kamer in", zei Helder.

Verdonk benadrukt in haar brief dat de overheid maatregelen heeft genomen en afspraken met de Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft gemaakt om te voorkomen dat uitgeprocedeerde asielzoekers op straat belanden. Ook helpt de overheid op diverse manieren bij hun terugkeer naar het land van herkomst. „Uitgeprocedeerde asielzoekers worden dus niet zomaar op straat gezet", schrijft de minister.

De gemeente had Verdonk uitgenodigd voor een werkbezoek om afspraken over de kwestie te maken. Maar de bewindsvrouw zegt daarvoor geen aanleiding te zien, omdat ze al duidelijke afspraken heeft gemaakt.