Halsema: leed Turkije en Syrië na bevingen ‘nauwelijks te bevatten’
„De schaal van de verwoesting, van het leed, is nauwelijks te bevatten”, zei de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema zondagochtend in de Nicolaasbasiliek over de aardbevingen in Turkije en Syrië. „De doden. De pijn. De radeloosheid. De kinderen die wees worden. De ouders die hun kinderen hebben verloren. De miljoenen mensen die plotseling geen huis meer hebben.” Halsema woonde de zondagviering bij in de hoofdstad, die is opgedragen aan de slachtoffers van de aardbevingen en van de oorlog in Oekraïne.
De burgemeester begon haar speech met een tekst uit de Bijbel. „Al duurt het verdriet een avond lang, daarop volgt een ochtend vol vreugde.” Ze sprak van een nacht vol diep verdriet voor mensen in Oekraïne, Turkije en Syrië, waar geen einde aan lijkt te komen. „Oekraïners rouwen om de vele doden. Zij die zijn gebleven, proberen, levend in angst, in schaarste, de winter door te komen.”
Ze sprak ook over gevluchte Oekraïners, die ook Amsterdam hebben bereikt, „en misschien, vandaag, deze prachtige basiliek”. „Wij zijn blij dat u bij ons bent”, zei ze tegen hen. „Wees welkom, zo lang het nodig is.”
Halsema eindigde haar speech met de vraag of het mogelijk is om naast gevoelens van machteloosheid, verdriet en boosheid, ook hoopvol te zijn. Als voorbeeld noemde ze jongeren die na de aardbevingen in actie zijn gekomen om mensen te helpen, maar ook de duizenden gastgezinnen die in Amsterdam Oekraïners en anderen opvangen.
„Er is hoop als president Zelenski vorige week aankondigt reddingswerkers vanuit Oekraïne naar Turkije te sturen”, besloot Halsema. „Vanuit een land in een gruwelijke oorlog komt een gebaar van medemenselijkheid naar een door een aardbeving verwoest gebied. Dat ontroert, dat geeft ook hoop. Na de avond, na de nacht zal er een ochtend zijn.”
De dienst werd voorgegaan door Eric Fennis, deken van Amsterdam en pastoor van deze kerk. Er waren ook vertegenwoordigers aanwezig van het Turkse en Oekraïense consulaat.