„Edelhert komt terug in Utrecht”
De bouw van het eerste ecoduct over de A28 ter hoogte van de Leusderheide gaat beginnen. Vanochtend gaven Rijkswaterstaat, de provincie Utrecht, Het Utrechts Landschap en de gemeenten Leusden en Soest het startsein. Het ecoduct moet medio dit jaar gereed zijn.
Het duurt nog even, maar over tien jaar zullen er naar verwachting weer edelherten rondstruinen over de Leusderheide. Waar voorheen Defensie domineerde, komt na 200 jaar Nederlands grootste zoogdier weer in het Utrechtse. De kosten om het dier terug te krijgen in de Heuvelrug lopen in de tientallen miljoenen euro’s.
Door een schot uit een jachtgeweer verdween het laatste hert uit Utrecht rond 1800. Met de aanleg van snelwegen en de toename van bebouwing was de terugkomst van het dier halverwege de vorige eeuw feitelijk onmogelijk geworden. „Als de versnippering wordt opgeheven is de Heuvelrug zeer geschikt als leefgebied voor het edelhert. Dit geldt zeker voor gebieden met een afwisseling van bos en heide, zoals de Leusderheide en de Vlasakkers”, aldus Marco Glastra, adjunct-directeur van Het Utrechts Landschap.
Op dit moment wordt gewerkt aan een ecologische verbinding tussen de Heuvelrug en de Veluwe. Rond 2015 moet die gereed zijn en dan kan het edelhert op eigen houtje terugkeren naar de Heuvelrug. Om het gebied hierop voor te bereiden, dient de versnippering in de provincie Utrecht te worden aangepakt. Drie grote barrières verhinderen dit nog.
Het ecoduct Leusderheide over de A28 moet het eerste probleem oplossen. Deze overgang verbindt de Leusderheide met het aan de overkant van de snelweg gelegen militaire oefenterrein Vlasakkers.
In Soest vormt de Amersfoortseweg (N237) de tweede hindernis voor het wild. Door een aantal bedrijven en een woning te verplaatsen, kunnen met een ecoduct ook hier twee gebieden worden verbonden. De laatste barrière is de spoorbaan van Utrecht naar Amersfoort. Ook hiervoor komt er bij Den Dolder een ecoduct. Deze is gepland voor 2008.
Op diverse andere plaatsen in de provincie komen over de provinciale wegen faunatunnels en ecoducten, die worden ingericht met heide en kleine struiken. Al deze overgangen moeten de jarenlange versnippering een halt toeroepen. „De verbinding is afhankelijk van de zwakste schakel”, zegt Glastra. „Als we het ecoduct bij Soest niet aanleggen, hebben de andere overgangen ook weinig zin.”
Binnen de gemeente Soest zijn de meningen over de noodzaak van de aanleg ernstig verdeeld. Woensdag gaan de inwoners naar de stembus. De gemeente heeft op verzoek van het comité ”Gemeente gebukt onder ecoduct” een referendum uitgeschreven.
„Wij zijn niet tegen het bouwen van een ecoduct, maar wel tegen het bouwen op deze plaats”, zegt woordvoerder Piet Taai van het comité. „Als het ecoduct iets meer naar het westen komt, ligt het op militair terrein. De kosten zijn dan minder dan een kwart van die van het huidige plan.” In de opzet van de provincie, die door de gemeenteraad van Soest is goedgekeurd, zullen vijf bedrijven en enkele woningen moeten verdwijnen voor de aanleg van het ecoduct.
Initiatiefnemer Van Keulen was een van de zwaarst gedupeerden van de aanleg hiervan. Hij woonde in een villa op een perceel van 20.000 vierkante meter aan de Amersfoortsestraat, midden in het hart van het geplande tracé voor het ecoduct. Zijn villa moet daarvoor worden gesloopt. De man overleed begin september. Ook sauna Soesterberg, een boerderij, een kinderdagverblijf, een ijzerwarenzaak en een gedeelte van een bungalowpark moeten weg.
„Het ecoduct is een prestigeobject en wordt alleen op theoretische gronden gemotiveerd”, vindt Taai. „Het verbindt de Leusderheide met de Vlasakkers. Dat gebied is omgeven met hoge hekken. En al zouden deze worden weggehaald, dan nog kunnen de grote zoogdieren niet de Van Weerden Poelmanweg, het spoor en de Birkstraat oversteken. Het ecoduct naar de Vlasakkers is één ecoduct te veel of drie ecoducten te weinig.”
Glastra is het niet met het comité eens. „Ook bij de overige wegen op de Heuvelrug moeten maatregelen worden getroffen. Dat is ook in het plan voorzien. Bovendien gaat het niet alleen om de grote zoogdieren, zoals edelherten, maar alle andere dieren en zelfs planten zullen hiervan profiteren. We moeten nu de rekening uit het verleden betalen en zorgen dat er niet meer diersoorten uitsterven door menselijk handelen.”