Lichaam Marinus van der Lubbe opgegraven en onderzocht
Het stoffelijk overschot van Marinus van der Lubbe is in Duitsland opgegraven en een team van patholoog-anatomen onderzoekt of de Nederlander was gedrogeerd, meldt het Duitse blad Der Spiegel. De geëxecuteerde communist staat wereldwijd bekend als de stichter van de Rijksdagbrand in 1933.
Het lichaam is eind januari in Leipzig opgegraven, bevestigt de hoofdarts tegen Der Spiegel. De uitslag van het toxicologisch rapport wordt binnen enkele weken verwacht.
Van der Lubbe (24) werd voor de verwoestende brand ter dood veroordeeld. Tijdens het proces maakte hij een apathische indruk. Volgens Der Spiegel dacht men destijds dat dit kwam doordat Van der Lubbe scopolamine toegediend had gekregen, ook wel waarheidsserum genoemd. De man legde een bekentenis af, maar na de oorlog ontstond twijfel over of hij wel de schuldige was.
De opgraving gebeurde oorspronkelijk op initiatief van een stichting die historische graven onderhoudt. Die wilde met zekerheid vaststellen dat het stoffelijk overschot van Van der Lubbe was om er vervolgens een gedenkteken te plaatsen. Aan de hand van het lichaam is vastgesteld dat het wel de Nederlander moet zijn. Hij werd namelijk door nazi’s onthoofd.
Het Rijksdaggebouw in Berlijn werd op 27 februari 1933 in brand gestoken, toen Adolf Hitler net een maand aan de macht was. Het gebouw van het Duitse parlement brandde af. De nazi’s gaven de communisten de schuld. De noodtoestand werd vervolgens uitgeroepen, waardoor de vrijheden en rechten van burgers werden beperkt. Politieke tegenstanders werden massaal aangehouden.