Regio Groningen maakt als eerste vaste afspraken over asielopvang
De tien gemeenten in de provincie Groningen hebben als eerste gezamenlijk afspraken gemaakt met het Rijk over de opvang van asielzoekers de komende twee jaar. De provincie is daarmee de eerste die zich vastlegt op aantallen voor verschillende soorten opvangplekken. De regio loopt daarmee vooruit op de spreidingswet die het kabinet in de maak heeft. De afspraken tussen staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) en burgemeester Koen Schuiling namens de betrokken gemeenten, zijn vrijdag gemaakt en maandag naar buiten gebracht.
Afgesproken is dat in Groningen 5744 asielopvangplekken komen, waarvan 3550 reguliere plekken en 2194 noodopvangplekken. Ook komen er 160 opvangplekken voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen, 3033 plekken voor Oekraïense vluchtelingen en 260 plekken voor de landelijke vreemdelingenvoorziening. Dat is een pilot met mensen die niet in Nederland mogen blijven maar nog niet zijn teruggekeerd. Ook komen er 278 flexwoningen beschikbaar die deels naar statushouders gaan. De komende maanden worden afspraken die zijn gemaakt over onderwijs, zorg en openbare orde en veiligheid verder uitgewerkt.
Schuiling wijst er op dat juist Groningen de regio is die de opvangcrisis vorig jaar van dichtbij heeft meegemaakt. Zo boden gemeenten extra opvangcapaciteit aan toen de instroom bij het aanmeldcentrum Ter Apel (gemeente Westerwolde) uit de hand liep, waardoor mensen soms buiten moesten slapen. „Steeds hebben we als tien Groninger gemeenten zij aan zij gestaan om onze verantwoordelijkheid te nemen in het realiseren van opvangplekken voor vluchtelingen. Met deze overeenkomst weet het Rijk wat ze de komende twee jaar van ons mag verwachten en dat schept duidelijkheid en rust. Hopelijk kunnen we de crisis daarmee achter ons laten”, aldus Schuiling.
Van der Burg is blij met de overeenkomst. „De zekerheid die Groningen hiermee aan het Rijk geeft, creëert precies de rust en stabiliteit die zo hard nodig is in de asielopvang. Provincie Groningen geeft hiermee weer het goede voorbeeld. Ik ben ze daar heel dankbaar voor.”