Meer zorgverleners gebruiken digitale middelen, zoals beeldbellen
Het gebruik van digitale middelen in de zorg is volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vorig jaar gestegen. Zo nam het aantal huisartsen dat informatie via een digitaal patiëntenportaal aanbiedt toe van bijna 80 procent in 2021 naar bijna 90 procent in 2022.
Via zo’n patiëntenportaal kunnen mensen hun medische gegevens inzien en bepaalde zaken zelf regelen, zoals bijvoorbeeld het aanvragen van een herhaalrecept. Vorig jaar is ook het gebruik van beeldbellen door zorgverleners ietsje toegenomen: in 2021 deed 55 procent dat, in 2022 ging het om 58 procent. Verpleegkundigen gebruiken vaker digitale methoden om de veiligheid van patiënten in de gaten te houden, zoals een digitale controle op medicijngebruik. Het afgelopen jaar maakte 49 procent van de verpleegkundigen gebruik van deze technieken.
Voor het onderzoek werden afgelopen lente en zomer deelnemers aan twee panels bevraagd. In het ene panel zitten onder meer verpleegkundigen en praktijkondersteuners uit de wijkverpleging, ziekenhuiszorg, en huisartsenzorg. De antwoorden van bijna zevenhonderd respondenten konden worden meegenomen in de analyse. Het andere panel bestaat uit artsen, onder wie huisartsen en medisch specialisten. In totaal vulden 470 artsen de vragenlijst in. Ook is informatie uit bestaande onderzoeken meegenomen.
Volgens het RIVM zijn digitale middelen evengoed „nog geen vast onderdeel van de zorg”. Het instituut zegt dat voor iedereen duidelijker moet worden wat digitale techniek voor de zorg kan opleveren. Ook is het belangrijk dat de middelen makkelijk in gebruik zijn.
Het kabinet zet samen met de sector zelf flink in op digitalisering van de zorg, onder meer om personeelstekorten op te vangen en groeiende kosten te bedwingen. Minister Conny Helder (Langdurige Zorg) wil dat in de wijkzorg voor ouderen bijvoorbeeld beeldbellen het uitgangspunt wordt.