Getooid met Palestijnse vlaggen en Arafat–shawls voerde Mohammed Z. daar maandenlang eenzaam protest tegen de rechtbank, die hem eind februari 2004 sommeerde zijn huis te ontruimen. Van mei tot en met eind september zou de rechtbankactivist bezoekers en medewerkers van de rechtbank in Amsterdam hebben beledigd en bedreigd door antisemitische leuzen te scanderen. Zo riep hij onder andere „alle joden moeten neergestoken worden" en „alle joden moeten lijden".

De rechtbank had een karrenvracht vol bewijzen verzameld, bleek tijdens de zitting. Agenten hadden gehoord dat Mohammed Z. leuzen riep als „nazi’s en joden een pot nat". Bij een man sloeg hij in mei de bril van het gezicht en trok hij bovendien een ketting van zijn nek. In juni sloeg de activist met zijn vlaggenstok tegen de borst van een medewerker van het parket.

In diezelfde maand zou hij een deuk in de auto van een andere medewerker hebben gemaakt door zich tegen de motorkap aan te laten vallen. Maar volgens Mohammed Z. klopte dat niet. „Sinds ik hier actie voer, word ik regelmatig aangereden door personeel en bezoekers van de rechtbank."

Volgens justitie stond de activist ook geregeld bij een synagoge in de Heinzestraat in Amsterdam om daar joden uit te schelden. Een aantal mensen deed aangifte tegen Mohammed Z., maar de rechtbank verzamelde ook veel anonieme e–mails van bedreigd personeel. De verdachte ontkende donderdag vrijwel alle aanklachten.

Advocaat F.J. Soriano pleitte voor onmiddellijke vrijlating van zijn cliënt. Niet alleen omdat Mohammed Z. al drieëneenhalve maand in voorarrest heeft gezeten. Ook omdat volgens hem de aanklager „niet genoeg afstand heeft kunnen nemen van de zaak. De officier van justitie heeft immers zelf verteld hoe zij de situatie vorig jaar ervoer. De straf is dus veel te hoog". Omdat de rechtbank in Amsterdam zelf partij is, werd de zaak behandeld door rechters uit Utrecht.

In november kreeg Mohammed Z. een straatverbod voor de directe omgeving van de rechtbank.

Uitspraak is op 27 januari.