Jiptha Boiragee: Kerken veranderen door goed te doen in omgeving
Jiptha Boiragee had een droom. Hij wilde de christelijke kerk in Bangladesh betrekken bij het helpen van mensen met lepra. Vijf jaar later is die droom uitgekomen. „Niet alleen mensen met lepra, maar ook de kerken zijn geholpen.”
Lepra is niet hetzelfde als melaatsheid, maar lijkt er wel op. De ziekte wordt veroorzaakt door de leprabacterie. Die tast de zenuwen aan, met als gevolg dat er verlammingen ontstaan en handen en voeten gevoelloos raken. Grote wonden, infecties, blindheid en ernstige verminkingen zijn het gevolg. Elk jaar komen er wereldwijd 200.000 nieuwe leprapatiënten bij. De ziekte komt op dit moment het meest voor in de tropen en de subtropen. Bangladesh is een van de landen waar vooral veel arme mensen lepra hebben. Lepra is goed te bestrijden met medicijnen als de ziekte op tijd wordt ontdekt.
Leprazending Nederland zet zich in voor hulp aan mensen met lepra. De stichting maakt deel uit van een wereldwijd netwerk van organisaties. Een daarvan is Leprazending Bangladesh. Landelijk projectcoördinator Jiptha Boiragee was recent in Nederland. De ontmoeting met hem en Klaas Evers van Leprazending Nederland vond plaats in Veenendaal.
Wensdenken
Boiragee is christen. „Mijn opa was de eerste christen in mijn voorgeslacht. Ik woon in de hoofdstad Dhaka en ben lid van een protestantse gemeente. Bangladesh telt meer dan 160 miljoen inwoners en is een overwegend islamitisch land. Het totaalaantal christenen bedraagt 0,05 procent.”
Vijf jaar geleden, zegt Boiragee, kreeg hij een droom om de kerken in zijn vaderland te betrekken bij het werk van Leprazending Bangladesh. Het leek wensdenken. De protestantse kerken in het tropische land zijn klein en ze hebben zich, om te overleven, meestal zoveel mogelijk teruggetrokken uit de samenleving. Daarom zijn ze vaak in zichzelf gekeerd. Hoe zouden deze kerken een rol kunnen spelen?
De Bengalees zette door en maakte een plan: ”Activating Churches to Serve” (Kerken inschakelen om te dienen). Hij begon met de uitvoering ervan in de staat Habiganj in het uiterste noordoosten van Bangladesh. Godsdienstig is de bevolking daar overwegend hindoe. Velen van hen zijn als theeplukkers vanuit India gekomen. De armoede is er groot, ook onder christenen. Er zijn diverse christelijke kerkjes, onder andere van presbyteriaanse en baptistensignatuur.
Boiragee bracht zijn boodschap aan de pastors van de gemeenten daar heel direct: „Jezus heeft Zijn discipelen uitgezonden, niet alleen om het Evangelie te verkondigen, maar ook om melaatsheid te genezen.”
Die taak hebben we ook nu nog, aldus Boiragee. „Ik heb erbij verteld dat ze geen geld hoefden te geven, maar wel tijd. Vijftien gemeenten meldden zich aan. Ze hebben in de achterliggende twee jaar ongeveer vijfhonderd mensen bezocht. Ze deden dat om een luisterend oor te bieden en mee te leven met mensen die lepra hadden of onder andere moeilijke omstandigheden leefden. Mede door deze betrokkenheid zijn tal van nieuwe gevallen van lepra aan het licht gekomen.”
Training
Dat heeft ook voor de plaatselijke kerken heel wat opgeleverd, meent Boiragee. Hij noemt het contact met de overheid. „Leprapatiënten zijn naar klinieken van de regering gestuurd om behandeld te worden. Pastors en kerkelijk werkers kregen trainingen van de overheid om lepra beter te kunnen opsporen. Die goede contacten werken ook op andere terreinen door.”
De kerken zijn ook om andere redenen blij dat ze meedoen, zegt de coördinator. Hij noemt pastor Patro, voorganger van een presbyteriaanse kerk, die eerder geen contact met de bevolking kon krijgen en nu wel. Een ander, pastor Biswas, vertelde hem dat hij nu bij heel veel mensen in het dorp komt en dat de betrokkenheid op hun nood heeft bijgedragen aan een positiever beeld van de kerk bij de dorpelingen.
De projectleider haalt de woorden aan van een predikant, die schreef: „Jezus volgen in het dienen van de allerarmsten is een belangrijke roeping voor predikers.” In het verleden was er een kloof tussen kerken en gemeenschappen. Hun relatie is nu aan het verbeteren. Dit project geeft ons de kans om onze eigen ervaring met God te delen met de mensen.”
Geit
Het heeft een onverwacht vervolg gekregen. „De kerken hebben geïnvesteerd in kinderen en onderwijs”, zegt Boiragee. „Tijdens de coronaperiode konden de kinderen komen, terwijl de scholen gesloten waren. De ouders waren de kerken daarvoor heel dankbaar. Vorig jaar nodigden de betrokken vijftien kerken de inwoners van de dorpen uit om mee te doen met de kerstviering. Er kwamen er heel wat opdagen. De mensen kregen cadeaus, in sommige plaatsen een geit. Dat betekent heel veel voor hen. Het geld daarvoor krijgen we van sponsors, onder andere uit Nederland.”
Er is nog een –onbedoeld– gevolg. De vijftien kerken gaan meer met elkaar samenwerken. Boiragee: „Ze waren vroeger zo in zichzelf gekeerd, dat ze zich niet met elkaar bemoeiden. Soms was er onenigheid en gingen mensen uit elkaar. Door het lepraprogramma ontmoetten de vertegenwoordigers van de kerken elkaar en praatten ze met elkaar. Dat gebeurt nog steeds. Er zijn trainingen, elk kwartaal is er een evaluatie en elk jaar is er een bijeenkomst over de planning. De werkers uit de kerk komen ernaartoe.
Nu is er meer eenheid en een groeiend verlangen om één te mogen zijn in de lokale gemeenschap en er te mogen zijn voor de allerarmsten.”