Palland noemde het voorstel tijdens het debat „een mogelijke aanvulling” op maatregelen die al worden genomen om wangedrag op de werkvloer tegen te gaan. Maar, vraagt de CDA’er zich af, „moeten we dit nu werkelijk voor echt élke organisatie wettelijk voorschrijven?” Ze vreest voor gevolgen voor kleine familiebedrijven en verenigingen.

Het CDA wil de reactie van initiatiefnemer Senna Maatoug (GroenLinks) afwachten, evenals de antwoorden van het kabinet op technische vragen over het wetsvoorstel. Datzelfde geldt voor de ChristenUnie, hoewel zij zegt in principe positief tegenover het voorstel te staan.

Zowel voor- als tegenstanders van de wet wijzen erop dat er meer moet gebeuren tegen grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Voor Barbara Kathmann (PvdA) is het duidelijk: „We moeten aan de bak.” SP’er Bart van Kent noemt het „van grootst mogelijk belang dat er een aanspreekpunt is”. Het verplichten van een vertrouwenspersoon is volgens GroenLinks zelf onmisbaar in het tegengaan van wangedrag. „Als deze schakel er niet is, dan heb je een probleem”, aldus Tom van der Lee.

D66 steunt het wetsvoorstel, maar wil voorkomen dat het slechts een ‘vinkje’ wordt voor bedrijven en organisaties. Kamerlid Anne-Marijke Podt heeft ook nog vragen over de toegankelijkheid van vertrouwenspersonen en de uitvoerbaarheid van de wet.

VVD en PVV spraken zich in het debat uit tegen het plan. „Ik wil het aan de bedrijven laten, en niet hier opleggen”, zegt Kamerlid Mark Strolenberg namens de VVD. Hij vreest voor „bureaucratische regeldruk” en extra lasten voor kleine bedrijven, terwijl de effectiviteit volgens de liberaal nog niet is bewezen. Strolenberg noemt voorlichting een beter alternatief, maar kreeg stevige kritiek van linkse partijen op zijn bezwaren.

PVV’er Léon de Jong wijst op bestaande verplichtingen voor werkgevers om een veilige werkomgeving te regelen. Ook waakt De Jong voor een samenleving waarin zelfredzaamheid „totaal wordt overgenomen en alleen mogelijk zou zijn via dwingende wetgeving”, en een maatschappij „die van suiker is, waarbij geen grap of compliment meer gemaakt kan worden”.