Het verhaal begint met het moment dat Foppe, die eigenlijk te jong is, mee mag naar een wapendropping voor het verzet omdat iemand anders opeens niet kan. Dat brengt hem van het ene avontuur in het andere. De boerenzoon helpt met het verstoppen van de gedropte voorraden en met het zoeken van een schuilplaats voor de meegekomen Engelse marconist Jim.

De Brit krijgt een plek in een hut in het bos. Maar het wordt moeilijk voor hem als de Duitsers daar vlakbij een V2-instalatie plaatsen. Foppe en anderen kunnen Jim, met dank aan de hond Tarzan, op het nippertje redden. Foppe treedt ook op als koerier van de knokploeg. Voordat de bevrijding een feit is, heeft de lezer kennisgemaakt met veel personen, onder wie Lange Dirk, Froukje en Gijs en Peter uit Amsterdam.

In dit jeugdboek is soms sprake van stereotypen, maar ook van verrassingen. De Boer schrijft bijvoorbeeld over een Duitse officier die getroffen wordt door een christelijk vers en over Froukje, die het niet eens is met haar NSB-vader.

”Foppe, koerier van de knokploeg” is een christelijk boek. Dat blijkt niet alleen uit de Bijbelteksten en psalmen die worden geciteerd, maar ook uit het handelen van de hoofdpersonen. Ze vinden het hun christenplicht om Gijs en Peter uit Amsterdam te helpen zo veel als ze kunnen.

Eerder schreef De Boer ”Oorlog in de Tulpstraat”.

Boekgegevens

”Foppe, koerier van de knokploeg”, Gerrit de Boer; uitg. Mes; 96 blz.; € 8,95