Frustratie onder Turken over gebrekkige en uitblijvende hulp
Inwoners van het aardbevingsgebied in Turkije klagen dat hulp te lang op zich laat wachten. Op sommige plekken is twee dagen na de aardbevingen nog geen reddingsteam gezien, melden getuigen.
Onder andere uit de zwaar getroffen steden Gaziantep, Kahramanmaras, Antakya en Adiyaman komen geluiden over gebrekkige hulpverlening. Mensen wier woning nog overeind staat durven die niet meer in omdat instortingsgevaar dreigt, maar het ontbreekt aan opvang vanuit de overheid. In Antakya zeggen sommige mensen dat ze voor de tweede nacht op rij op straat of in hun auto hebben moeten slapen.
Familieleden en andere vrijwilligers willen graag zelf op zoek naar overlevenden, maar naar verluidt weigeren de Turkse autoriteiten op sommige plekken vrijwilligers de toegang tot het rampgebied.
Leider Kemal Kilicdaroglu van oppositiepartij CHP zegt op Twitter dat Turkije slecht was voorbereid op de ramp, en geeft president Recep Tayyip Erdogan persoonlijk de schuld. Hij beschuldigt de regering van corruptie en het verkwanselen van belastinggeld dat bedoeld zou zijn voor de voorbereiding op onder andere aardbevingen.
Volgens de Turkse rampendienst AFAD zijn meer dan 79.000 hulpverleners actief in de getroffen provincies. De baas van het Turkse Rode Kruis, Kerem Kinik, heeft in een televisie-interview gezegd dat er „geen plek is waar onze reddingswerkers niet bij kunnen”.
De barre weersomstandigheden in het getroffen gebied, met temperaturen onder het vriespunt en sneeuw, maken de zoektocht naar overlevenden moeizamer. Er worden echter nog altijd mensen levend onder het puin vandaan gehaald, onder wie kinderen.