Draaideurcriminelen
Het lijkt traditie te worden: bij de nieuwjaarstoespraken van de korpschefs staan veelplegers standaard op het lijstje. Begin 2004 riepen drie korpschefs ertoe op mensen die met de regelmaat van de klok winkeldiefstallen plegen aan de schandpaal te nagelen.
Althans, bij wijze van spreken. De dreiging dat ze opgesloten worden in een kooi in het winkelcentrum of dat hun foto’s in de supermarkt komen te hangen, zou draaideurcriminelen voor eens en voorgoed op het juiste pad moeten brengen.
Dit jaar is de toon gematigder. De Amsterdamse korpschef Welten vindt het ophangen van foto’s te ver gaan, maar wil wel dat winkeliers ze kunnen uitwisselen, zodat zij potentiële dieven beter in de gaten kunnen houden.
Zo’n schandpaal voor de deur van de supermarkt lost inderdaad weinig op. Het leidt alleen tot verschuiven van het probleem.
Ons land telt een kleine 20.000 veelplegers. Binnen die groep is een harde kern van 6000 mensen tegen wie de afgelopen vijf jaar minstens tien keer een proces-verbaal is opgemaakt en die driemaal zijn veroordeeld. Omdat het vaak om lichte vergrijpen gaat, zitten deze draaideurcriminelen maar korte tijd vast, waarna de gevangenisdeur zich weer voor hen opent. Vier van de vijf veelplegers is verslaafd aan drugs, zodat zo’n gevangenisstraf weinig tot niets oplost.
Vorig jaar oktober is een nieuwe wettelijke regeling van kracht geworden waardoor deze ”stelselmatige daders” voor een langere periode achter de tralies kunnen, tot maximaal twee jaar. Die periode is niet zozeer bedoeld om de veelpleger af te straffen, maar om hem te behandelen.
Gisteren is in Den Haag en Amsterdam voor het eerst zo’n straf geëist tegen een groep veelplegers. De nieuwe regeling, de ISD-maatregel, biedt de rechter meer mogelijkheden dan voorheen. Hij veroordeelt niet meer de diefstal van een paar schoenen, maar het totale criminele verleden van de persoon.
Dat is een duidelijke verbetering. Het mes van de nieuwe regeling snijdt aan twee kanten: het beveiligt de maatschappij door de draaideur twee jaar lang te blokkeren, en er is meer hoop op succes van de behandeling.
Dat laatste valt of staat wel met de aanpak die de nieuwe inrichtingen gaan hanteren. De veelplegers komen tijdens hun behandeling in handen van de reclassering. Het programma zal gericht zijn op reïntegratie in de maatschappij. Instellingen die zich al bezighouden met de opvang van ex-gedetineerden, weten dat dat vaak een weg is van vallen en opstaan. In elk geval moet het drugsgebruik in zo’n inrichting dwingend afgebouwd worden. Ook moet de cultuur veranderen, zodat de inrichting geen tweejarige opleiding voor nieuwe criminaliteit wordt.
Een ander zwak punt in de regeling zit aan het eind van de twee jaar. Wat gebeurt er dan met de veelpleger? Volgens de ISD-maatregel moet de gemeente dan de opvang coördineren door te bemiddelen bij huisvesting, arbeid en inkomen. Die nazorg mag niet slechts bestaan uit een loket. Langdurige verplichte begeleiding door hulpverleningsinstanties is ook in dat stadium onmisbaar. Als daar een gat valt, is het wachten op de volgende draaideur.