Politiegeweld VS is structureel
Elk jaar sterven zo’n duizend Amerikanen door buitensporig politiegeweld. Hoe komt het dat brute optreden bij de sterke arm zo wijdverspreid is?
Het prestigieuze medische tijdschrift The Lancet schreef twee jaar geleden: „De last van dodelijk politiegeweld is een ernstige crisis in de geestelijke volksgezondheid in de VS.” De recente dood van de 29-jarige Afro-Amerikaan Tyre Nichols in de stad Memphis heeft opnieuw de discussie over het agressieve politieoptreden doen oplaaien. De beelden die via sociale media rondgingen, zijn schokkend. Opnieuw klonk de roep dat dit de laatste keer moet zijn.
Het debat over dit fatale politie-optreden onderscheidt zich echter op één punt van voorgaande gevallen waarbij een zwarte Amerikaan het leven. Dit keer waren het geen witte agenten die een zwarte burger te hard aanpakten. Vijf zwarte politiemensen hielden Nichols aan, spoten pepperspray naar hem en tuigden hem af.
De betrokken agenten zijn inmiddels ontslagen wegens excessief geweld. Zij zijn in staat van beschuldiging gesteld en worden aangeklaagd voor ”second-degree murder”, vergelijkbaar met doodslag. Ook worden zij verdacht van zware mishandeling, ontvoering, wangedrag en onderdrukking. Anders dan bij verschillende voorgaande gevallen was hier dus duidelijk geen sprake van racisme.
Niet alleen racisme
Overigens is het een misvatting te denken dat het politiegeweld zich enkel richt op zwarte Amerikanen. Uit cijfers van het Amerikaanse Bureau of Justice Statistics blijkt dat het aantal zwarte slachtoffers nagenoeg gelijk is aan het aantal witte – in absolute cijfers althans.
Verschillende deskundigen op het gebied van de politie zeggen dat de oorzaak van het bruut geweld „bepaald niet alleen” gezocht moet worden in het racisme. Zij stellen dat de opleiding van agenten en de sfeer binnen het Amerikaanse politieapparaat voorname oorzaken zijn waardoor het bij aanhoudingen geregeld uit de hand loopt.
Volgens een rapport uit 2020 van het Institute for Criminal Justice Training Reform (ICJTR) krijgen de meeste aspirantagenten een training van 21 weken. Daarmee staat Amerika onderaan de lijst van 100 landen als het gaat om de duur van de scholing van agenten. Bij die opleiding wordt in de VS vooral veel tijd besteed aan vuurwapentraining (in totaal 71 uur). Voor zelfverdediging staat 44 uur. Beduidend minder is de aandacht voor de vaardigheid om gespannen situaties te de-escaleren (maximaal 21 uur).
Ook de training in het gebruik van minder dodelijke wapens, zoals tasers, is beperkt. Gemiddeld is deze acht uur, wat volgens fabrikanten van tasers slechts een kwart is van de noodzakelijke training.
Uit balans
Maria Haberfeld, hoogleraar politiewetenschappen aan het John Jay College of Criminal Justice in New York, zegt in een reactie op de BBC: „Het grootste deel van de training in de VS is gericht op gebruik van geweld, voornamelijk verschillende soorten fysiek geweld. De ontwikkeling van communicatieve vaardigheden wordt door de meeste politieacademies grotendeels veronachtzaamd. Daarom zie je agenten heel snel van geweldloze communicatie overstappen op het inzetten van fysiek geweld. Want zo zijn ze getraind.”
De directeur van het ICJTR, Randy Shrewsberry, steunt deze opvatting. „Er moet in de opleiding meer nadruk komen op mentale training in plaats van het oefenen in het gebruik van geweld.”
Vijanden
Niet alleen de opleiding bij de politie is een factor, ook de sfeer binnen het politieapparaat is van belang. Van de in Nederland wel geventileerde gedachte dat de politie je beste vriend is, moet men in Amerika niet veel hebben. Er heerst een beeld dat de politieagenten vooral strijders zijn die een gevecht voeren met burgers die zich niet houden aan naar de regels.
Dat idee wordt door politieagenten zelf in stand gehouden. Het wordt ook uitgedragen door met name linkse politici. Zij beschouwen de politie vaak als vijand van de burger. Van die politieke zijde wordt ook weinig waardering voor de politie getoond en is onvoldoende aandacht voor de stress die dit wek met zich meebrengt.
Die krijgersmentaliteit draagt er volgens Haberfeld ook toe bij dat politiemensen niet zo snel geneigd zijn om in moeilijke situaties assistentie van collega’s te vragen. „Dan hebben zij het gevoel af te gaan tegenover hun collega’s. Ze pakken sneller hun pistool dan hun portofoon.”
Overigens wijzen zowel Haberfeld als Shrewsberry erop dat niet alleen de opleiding en de sfeer binnen het politieapparaat factoren zijn die bruut politiegeweld stimuleren. Ook het wijd verbreide wapenbezit onder burgers is er een. „Anders dan in veel westerse landen, moeten agenten er rekening mee houden dat iemand die ze aanhouden een pistool of een geweer bij zich heeft. Ook daardoor staan politiemensen meer op scherp.”