Veel burgemeesters gingen daarmee akkoord, zei hij donderdag na een overleg. Volgens voorzitter Hubert Bruls van het Veiligheidsberaad kunnen hierdoor „een paar duizend plaatsen” langer openblijven.

Van der Burg zegt de crisisnoodopvang nog niet te kunnen missen. Een aantal regio’s heeft volgens hem aangegeven die opvang in de huidige vorm niet te kunnen voortzetten, maar ze willen wel kijken naar wat ze nog kunnen doen. „En enkele zeiden heel helder en duidelijk: Dat gaan we niet doen”, aldus de staatssecretaris.

Tot de voorzieningen waar gemeenten mogelijk niet meer aan toekomen behoren onder meer onderwijs, dagbesteding en zorg. „We zijn aan onze grens”, zei burgemeester Sybrand Buma van Leeuwarden hierover.

Volgens Bruls moeten de regels versoepeld worden om de voorzieningen te regelen. Als het aan hem ligt, maakt het ministerie van Onderwijs het bijvoorbeeld mogelijk om ook gepensioneerde onderwijzers voor de klas te zetten. „Anders gaat het helemaal vastlopen.”

Verder is in het extra overleg gesproken over de zogeheten derdelanders. Dat zijn vluchtelingen uit Oekraïne die daar oorspronkelijk niet vandaan komen. Het gaat om zo’n 4700 mensen. De regeling waar zij onder vallen loopt begin maart af. De burgemeesters hebben gevraagd om die te verlengen om te voorkomen dat de mensen op straat komen. Van der Burg is hier positief over, maar wil eerst nagaan wat de effecten van zo’n verlenging zijn.

De komende maanden komen naar verwachting meer asielzoekers naar Nederland, terwijl het aantal opvangplekken daalt. Daarom is de staatssecretaris naarstig op zoek naar meer opvang.

Onlangs liet de bewindsman weten voor 1 juli nog 19.000 opvangplekken nodig te hebben. Met het openhouden van de crisisnoodopvang is hij er dus nog lang niet, zo gaf hij toe. „Maar het gaat helpen.” Wanneer hij de crisisnoodopvang wel denkt te kunnen sluiten, is nog niet duidelijk.