OM eist 8 jaar cel en tbs tegen Iraniër voor steekpartij
Het Openbaar Ministerie eist in hoger beroep een celstraf van acht jaar en tbs met dwangverpleging tegen een 41-jarige Iraniër voor het neersteken van een man bij het treinstation in Leeuwarden. Voor een politiek motief en een aanslag, wat het slachtoffer vermoedt, ziet het OM geen bewijs.
Het destijds 64-jarige slachtoffer uit Leeuwarden werd op 19 juni 2020 rond het middaguur 22 keer gestoken. Hij raakte gewond aan zijn hoofd, borst, buik en arm. De man is vrijwel blind aan één oog. Tientallen omstanders waren getuige.
Het slachtoffer woont sinds 1985 in Nederland. Hij was vroeger in Europa voorzitter van de Koerdische Democratische Partij Iran. Deze partij is verboden in Iran. De Leeuwarder is ervan overtuigd dat de Iraanse overheid achter de steekpartij zit. Verdachte Rezgar P. is volgens hem „een gehersenspoelde huurmoordenaar” en getraind in het misleiden van anderen. Uit onderzoek is geen politieke context gebleken, bleek in het gerechtshof in Leeuwarden.
Het slachtoffer en P. zouden elkaar op de dag van de steekpartij voor het eerst ontmoeten. De vader van P. en het slachtoffer waren ooit klasgenoten in Iran. P. woonde sinds een paar maanden in Rotterdam. Hij had telefonisch een afspraak met het slachtoffer gemaakt en ging met de trein naar Leeuwarden.
Het OM gaat uit van poging tot moord. De officier van justitie eiste in 2021 zestien jaar cel bij de rechtbank. De rechter veroordeelde P. voor een moordpoging, maar legde een gevangenisstraf van twaalf jaar op omdat P. deels verminderd toerekeningsvatbaar zou zijn. Het Pieter Baan Centrum (PBC) kon echter toen geen stoornis bij P. vaststellen. Het PBC heeft na het vonnis in een nieuw rapport geconcludeerd dat er sprake is van schizofrenie. De deskundigen kunnen echter niet met zekerheid zeggen of P. tijdens de steekpartij volledig ontoerekeningsvatbaar was.
Volgens het OM is het steken voor een deel toe te rekenen aan P. Door de nieuwe PBC-rapportage eist het OM nu ook de tbs-behandeling. P. heeft bekend, maar stelt dat hij volledig ontoerekeningsvatbaar was. „Het was een opdracht die ik in mijn hoofd had gekregen.” Die opdracht kwam van alle kanten, aldus P. „Zelfs deuren en muren praatten tegen mij. Het was een psychose.” Het slachtoffer denkt dat P. zijn psychische problemen simuleert. De deskundigen sluiten dit uit.
Het hof doet op 16 februari uitspraak.