„U bent een klassieke draaideurcrimineel”
„Ik kom er niet vanaf.” Dat zei Rebekka van der A. (38) woensdag bij de rechtbank in Amsterdam over haar drugsverslaving. Ze was een van de acht hardnekkige veelplegers die terechtstonden. Tegen zes van hen eiste het openbaar ministerie plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD). Met die straf zijn de draaideurcriminelen twee jaar van straat.
Vluchten in drugs, leven van een uitkering, stelen als de raven, psychisch ziek zijn - het was woensdag bij de rechtbank in Amsterdam een weerkerend refrein. Net als in Den Haag stonden in de hoofdstad tijdens een zittingsdag veelplegers terecht, tegen wie het openbaar ministerie plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) eiste. Daarbij gaan mensen twee jaar lang achter slot en grendel. Ze krijgen zo nodig psychiatrische begeleiding en therapieën tegen drugsverslaving.
De nieuwe maatregel is bedoeld om overlast door hardnekkige veelplegers aan te pakken. In Nederland zorgen 6000 zogeheten ”zeer actieve daders” (1 procent van alle daders) voor 11 procent van de strafzaken. Van die 6000 verblijven er 900 in Amsterdam. De ISD-maatregel is bedoeld voor mensen die in de afgelopen vijf jaar minstens tien keer in aanraking zijn geweest en driemaal zijn veroordeeld.
Martinus van D. (40) is zo’n veelpleger die de ISD-maatregel boven het hoofd hangt. Ditmaal wordt de man aangeklaagd voor diefstal van een broodje en twee salades bij Albert Heijn in oktober vorig jaar. Maar dat is het topje van de ijsberg. Van D. heeft een ellenlang strafblad. Keer op keer belandde hij in de gevangenis voor diefstal.
Vanaf zijn negentiende is de Waalwijker die naar Amsterdam verhuisde, verslaafd aan de drugs. Het overlijden van zijn moeder bracht hem in een neerwaartse spiraal. Dat hij introk bij een verslaafde kennis in Amsterdam, deed de zaak geen goed. Hulptrajecten liepen spaak. Martinus staat er eigenlijk alleen voor, beaamt hij voor de rechtbank. „Ik heb wel vrienden gehad, maar die zijn dood.”
De veelpleger is behoorlijk geschrokken van de nieuwe maatregel om draaideurcriminelen twee jaar lang vast te houden en zo mogelijk te behandelen. „Als ik eerder had geweten dat deze straf me boven het hoofd hangt, was ik gestopt met stelen.”
Ook de Surinaamse draaideurcrimineel M. S. (43) loopt kans twee jaar achter de tralies te belanden. Hij staat terecht voor handel in een bolletje cocaïne en het negeren van een verbod om zich in een bepaald gebied in Amsterdam te begeven. S. grossierde in de achterliggende jaren in veroordelingen voor diefstal en zakkenrollerij. De bak in, de bak uit. Dat ging maar door.
S. wil echt wat aan zijn drugsverslaving doen, houdt hij de rechtbank voor. Maar hij voelt wel aan dat die hem niet zomaar op zijn woord gelooft. „Ik val keer op keer terug. Ik vertel steeds hetzelfde verhaaltje. En ik kan me voorstellen dat dat ongeloofwaardig overkomt.”
Geeft veelpleger S. nog regelmatig tegengas, zijn landgenoot René F. (40) hoort de verhalen van de rechter en de officier van justitie gelaten aan. Officier van justitie mr. J. Smilde omschrijft F. als een „klassieke draaideurcrimineel.” Dit keer wordt de man aangeklaagd voor diefstal van een paar schoenen voor de prijs van 22,95 euro bij Schoenenreus. Onduidelijk is of F. een psychiatrische stoornis heeft. Zijn strafblad „liegt er niet om”, meldt de aanklager.
Triest is de situatie van Rebekka van der A. De vrouw, die een ernstig spraakgebrek heeft, staat terecht voor de diefstal van twee flesjes parfum. Die verkocht ze weer door om geld voor drugs bij elkaar te sprokkelen. De afgelopen jaren stal ze als de raven. „Als ik drang voel om cocaïne te gebruiken, gaat het weer mis.” De sjofel geklede vrouw is al jaren verslaafd. „Ik kom er niet meer van af. Het zit zo diep geworteld.” Op de afdeling bijzondere zorg in de gevangenis voelt ze zich buitengewoon ongelukkig. „Mensen snijden zichzelf.” Eigenlijk zou de vrouw in een verpleeghuis moeten worden opgenomen. „Daar kom ik tot rust.” De zaak tegen haar krijgt later een vervolg.