SHO stort dubbele afboekingen terug
De Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) hebben woensdag het totaalbedrag aan donaties op giro 555 naar beneden moeten bijstellen. Bij 64.000 mensen die via de web-site www.giro555.nl geld hadden gestort voor Azië was hun donatie tweemaal afgeboekt. Het gaat om een bedrag van naar schatting 2,5 miljoen euro.
Dit noopte de SHO de opbrengst te verlagen van 124,6 naar 122,1 miljoen euro. De vorige tussenstand was 112 miljoen euro, na de grote radio- en televisieactie van vorige week donderdag. De hulporganisaties gaan de giften donderdag terugstorten.
Overigens verwacht de SHO dat het bedrag verder zal oplopen, omdat de nationale actie voor Azië de komende weken nog doorgaat. Giro 555 staat sinds zondagavond 26 december open voor noodhulp aan de getroffenen. De SHO komt half februari met een eerste overzicht van de hulpverlening die al is uitgevoerd en de planning van de hulp in de komende maanden.
De SHO is een samenwerkingsverband van tien organisaties dat in tijden van grote crises aandacht vraagt en fondsen werft voor een rampsituatie. Diverse organisaties hebben daarnaast een aanvraag ingediend om financiële steun voor een project. De SHO heeft besloten 10 procent van de totale opbrengst van de huidige actie toe te kennen aan die gastdeelnemers.
Het gaat om projecten van Plan Nederland, Hivos, Stichting Habitat for Humanity en Save the Children. De SHO heeft veel aanvragen van kleinere organisaties nog in behandeling. Tot en met vrijdag kunnen organisaties een aanvraag tot gastlidmaatschap indienen.
Hulporganisatie Plan is teleurgesteld over het bedrag van 1 miljoen euro dat ze uit de opbrengst van giro 555 ontvangt. De organisatie had op 5 miljoen gerekend voor hulp aan het Srilankaanse kustdistrict Hambantota. De ontbrekende 4 miljoen hoopt Plan te halen uit buitenlandse fondsen en bij het bedrijfsleven.
Minister Remkes van Binnenlandse Zaken pleitte woensdag voor een goede nazorg voor de naasten van de slachtoffers van de zeebeving. Momenteel vervullen de leden van het Rampen Identificatie Team (RIT) in Nederland daarin een spilfunctie. De minister wil dat dit zo blijft. „Zij zijn vertrouwenspersoon geworden van deze families, die in een gigantische onzekerheid verkeren”, zei hij woensdag, nadat hij een bezoek had gebracht aan het RIT bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) in Driebergen.
In Driebergen verzamelt het RIT gegevens, zoals gebitsgegevens en andere kenmerkende informatie, van de naasten. Van familieleden in de eerste graad wordt ook DNA-materiaal afgenomen en naar Thailand verstuurd. Deze eerste fase is afgerond. De pakketjes staan klaar voor verzending. In Thailand kan het RIT de gegevens vergelijken met die van dodelijke slachtoffers.
Remkes zei dat het werk van de RIT’ers in Driebergen minstens zo emotioneel is als het werk van de RIT’ers in Thailand. „Zij hebben contacten met de naasten van de vermisten en krijgen veel vragen. Het is hun indruk dat deze families een meer blijvende en individuele behoefte aan nazorg hebben.” Remkes viel opnieuw de gedrevenheid op van de RIT’ers, die zich hierin „het gezicht van de overheid voelen.”
Volgens de minister verschilt de toestand van de vrezende familieleden sterk. „De een kan zich bij de situatie neerleggen, de ander helemaal niet. Sommigen willen zelf naar Thailand.” Dat wordt volgens Remkes niet per se ontraden. „Het hangt ervan af of een bezoek bijdraagt aan hun verwerking van het verlies.” Bij de nazorg worden ook psychiatrisch deskundigen en slachtofferzorg betrokken.
Remkes denkt dat het proces van nazorg langer gaat duren dan de twee maanden die waarschijnlijk nodig zijn om de identiteit van de doden in Thailand vast te stellen. Bovendien is het mogelijk dat niet alle vermisten worden teruggevonden. Het kabinet bespreekt vrijdag de behoefte aan nazorg. Ook nabestaanden van de inmiddels acht Nederlandse doden kunnen contact houden met de RIT’ers, meldt een woordvoerder van het RIT.
Ruim twee weken na de zeebeving zijn er nog 25 Nederlanders die te boek staan als niet traceerbaar. Maandag waren dat er nog 35. Zij worden officieel niet vermist. Dat aantal staat nog altijd op dertig.
Op 25 januari is er een nationale herdenkingsbijeenkomst met koningin Beatrix en premier Balkenende. Ook prins Willem-Alexander en prinses Máxima zullen erbij zijn.